Waarom Paul Depla een zegen is voor Heerlen

Paul Depla. Foto: Jeff Jaspar

“Dat gaan we niet doen”, zette premier Mark Rutte vorige week  de burgemeesters die de wietteelt willen reguleren buitenspel. “Die troep” noemde hij het. Cannabis, THC, wiet, skunk, ganja, hasjiesj, hasj. Woorden die Rutte had kunnen gebruiken – al betekenen ze niet hetzelfde. Hij verkoos troep.

Rutte reageerde op het idee van de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan om te experimenteren met gereguleerde wietteelt. “Ik kan Angela Merkel en François Hollande niet uitleggen dat een deel van de troep dáár terechtkomt. De export is het grootste probleem”, legde Rutte uit. Om eraan toe te voegen dat Nederland niet de risee moest worden van Europa.

Het idee om de teelt van cannabis op gemeentelijk niveau te legaliseren, komt van burgemeester Paul Depla van Heerlen. Op 31 januari tekenden 23 burgemeester het door hem opgestelde Joint Regulation, inmiddels bekend als het wietmanifest. Andere burgemeesters sloten zich de afgelopen maanden bij hen aan.

Dat Heerlen het voortouw neemt, verbaast niemand. De stad zucht onder de overlast van illegale teelt. Zolderverdiepingen van bejaardentehuizen, kelders van kinderdagverblijven, leegstaande flats: geen locatie is veilig. Het aantal branden dat er ontstaat is nauwelijks nog te tellen. Depla is de situatie spuugzat. Hij klopte vergeefs aan in Den Haag en besloot zelf orde op zaken te stellen.

Dat doet hij bekwaam en charmant. Over Ivo Opstelten zei hij in Trouw :”Wij laten ons niet gijzelen door een onwillige minister”,  “deze minister faciliteert criminaliteit” en “een kind van vijf begrijpt dat de huidige situatie onhoudbaar is. Alleen de minister lijkt dat niet te begrijpen”. Depla laat zich niet ringeloren. Dat is met Heerlense burgemeesters wel eens anders geweest.

Daags na de uitval van Rutte kreeg Depla steun van de advocaten Sidney Smeets, Gerard Spong en Tim Vis. Ze verwezen naar Uruguay en de Amerikaanse staten Colorado en Washington waar  cannabis is gelegaliseerd –  ondanks de internationale verdragen die dat volgens Opstelten onmogelijk maken.

De afgelopen dagen Vergaderde Depla in Den Haag over de problematiek met juristen en wetenschappers die het met hem eens zijn: de internationale verdragen bieden genoeg ruimte. Het enige dat nog ontbreekt is lef.

Zo ontwikkelt burgemeester Depla zich als een zegen voor Heerlen. Hij had zijn tijd in het diepe zuiden – sommigen noemen het ‘zijn verbanning’ – kunnen uitzitten, wachtend op genade vanuit het westen. Er had wellicht een nieuwe stad ingezeten. Tilburg, Haarlem of misschien wel Leiden. Of een plekje in de landelijke politiek.

Die kansen heeft Depla laten lopen. Dat siert hem. Zegt iets over zijn kijk op de wereld. Dat natiestaten geen toekomst meer hebben en steden wel, leerden we al van de Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber. Bij Depla is er meer aan de hand. Hij gelooft in de kracht van Heerlen, houdt de inwoners een spiegel voor en geeft hoop.

Na de deregulering van de wietteelt mogen – ik volg mijn privé-verlanglijstje – de legalisering van wiet, een goede treinverbinding met Aken, een universiteit en uiteindelijk het losmaken van Heerlen uit Nederland volgen. Heerlen als zelfstandige stadstaat, als polis, met Depla als burgemeester. Een voorbeeld voor de rest van Nederland, van Europa. Geen wonder dat Rutte zo bang wordt van die troep.

THEO PLOEG