Beeld 1, maart 2009

De Siciliaanse winter was onaangenaam dit jaar, maar het is nu alweer een hele tijd bijna zomers. Weinig wind, veel zon en een graad of 25. Ik zit in een luie stoel onder de grote pergola bij ons huis. De sinaasappelbomen hebben hun vruchten afgeschud, de citroenbomen beginnen opnieuw uit te lopen, de amandelbomen zijn alweer een tijdje uitgebloeid, de druiven hebben al volop nieuwe scheuten, de mimosabomen staan zo vol met bloemen dat de takken tot op de grond reiken, de manshoge geraniums staan vol knoppen. Alles ziet er nog mals groen uit. Vreemd dat hier over een paar weken geen grasspriet meer te zien zal zijn door de droogte. Ook onze twee honden hebben de voorjaarskolder in het hoofd: ze doen net of ze ruzie hebben en jagen als gekken achter elkaar aan, struikelend over stenen en knoestige boomstronken. En ik? Ik kijk uit over het grote terrein om ons huis en geniet van de stilte. In de verte zie ik de zee, waar ik binnenkort weer in zal zwemmen. Met een glas witte wijn in de ene en een sigaret in de andere hand denk ik ook heel even aan al die mensen in Nederland, die gebukt gaan onder de striemende regen en snakken naar een beetje voorjaarswarmte.

Ik concludeer dat het goed toeven is op Sicilië.

Beeld 2, maart 2011

Ik zit achter mijn laptop in Maastricht dit verhaal te schrijven en kijk naar buiten. De vroege winter zit nog in mijn botten. Ik wil iets aardigs over Nederland schrijven, maar wanneer ik de striemende regen zie, vergaat me de zin. Toch maar proberen. Achter ons huis hebben we een tuintje van ongeveer zes bij vijf meter. Het is eigenlijk onvoorstelbaar wat een mens daarin toch nog allemaal kwijt kan. Zoals: een houten tafel met zes stoelen (die nu al de hele winter buiten staan en dus binnenkort waarschijnlijk vervangen moeten worden), twee leiplatanen, die ik verleden jaar heb laten planten, maar waar nu nog geen enkel blad aan zit, twee oleanderstruikjes in potten, die ik ondanks waarschuwingen van deskundigen heb laten overwinteren (en dat is te zien, want in plaats van donkergroen zijn de bladeren grauw en gelig, dus daar moet ik ook weer nieuwe voor gaan kopen). In de zomer is er dan nog plaats voor een rond badje van drie meter in doorsnede, waarop het heerlijk drijven is als de zon en de temperaturen het tenminste toelaten. Dan gaan de deuren open, dan komt ook hier de fles wijn op tafel en dan denk ik wel eens aan die arme sloebers op Sicilië, die gebukt gaan onder die alles verzengende hitte.

Het leven is hier zo slecht nog niet.

Maar als ik mocht kiezen….