Af en toe, misschien één keer per jaar, belt een Zuiderlucht-lezer die het blad niet meer thuis wil ontvangen omdat hij of zij zich “te oud” vindt.

“Te oud?”, zeg ik dan, “wat bedoelt u daarmee? Niemand is te oud voor Zuiderlucht!”

Niet dat ik de illusie heb hem of haar over te kunnen halen. Op zekere leeftijd verander je niet zo gauw meer van mening, althans niet aan de telefoon, door iemand die je kleindochter zou kunnen zijn.

Laatst vond een lezeres zichzelf niet meer mobiel genoeg om nog actief deel te nemen aan het culturele leven zoals dat in ZL wordt beschreven. Om met de vergrijzing mee te groeien, zouden we meer nadruk kunnen leggen op boeken, televisiefilms en Netflix-series, daar hoef je de deur niet voor uit.

Zelf heb ik tv noch Netflix, echt inclusief lijkt me zo’n redactionele koerswijging niet. Bovendien lees ik, ook in andere bladen, met plezier artikelen over zaken die ik niet ken en optredens of exposities waar ik niet naar toe ga, wegens geen tijd of te ver weg of toch niet mijn smaak of weggestopt achter een betaalmuur. Ik kan dus heel goed genieten van activiteiten waar ik alleen over lees.

Het eigenlijke probleem dat ik bij deze lezers proef, is de frustratie van het ouder worden. Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Want waarom wordt de weg naar het einde begeleid door een verzwakkende constitutie en een haperend geheugen?

Vorige week belde een vrouw uit Tilburg, een collega nam de telefoon op. Ik kon het gesprek goed volgen, ik hoorde de luide, opgewekte stem van een dame op leeftijd. “Ik wil graag abonnee van Zuiderlucht worden”, zei ze. Daarna klonk wat gegiechel. “Ik ben negentig, dus ik weet niet voor hoelang.”

CHRISTIANE GRONENBERG
bladmanager
c.gronenberg@zuiderlucht.eu