Lascaux met zijn praehistorische grotschilderingen in de Dordogne is een geliefde vakantiebestemming voor veel Nederlanders. De originele grotschilderingen zijn twintigduizend jaar geleden aangebracht. De kunstenaars waren de eerste Homo Sapiens, onze oudste voorouders.

De grotten werden in 1940 in de gemeente Montignac ontdekt en in 1963 gesloten, omdat ze dreigden teniet te gaan door de invloed van de massale publieke toeloop. Sindsdien zijn er diverse fac-similes gemaakt, waarvan de vierde versie in december 2016 de deuren opende. Lascaux IV, waarin zestig miljoen geïnvesteerd werd, trok in 2017 meer dan een half miljoen bezoekers.

Lascaux IV is een massief gebouw ontworpen door het Noorse architectenbureau SNØHETTA. Doordat het grotendeels ondergronds ligt voegt het zich op natuurlijke wijze in het landschap. Met veel glas en speciaal beton heeft het een karakter die eigen is aan deze streek. Ten opzichte van Lascaux II toont Lascaux IV de complete grotten en de reproductietechnieken zijn kwalitatief sterk verbeterd.

De naam ‘Sixtijnse kapel van de praehistorie’ is afkomstig van de Franse praehistoricus Abbé Breuil (1877-1961) die na de ontdekking in 1940 het historisch belang van deze grotten onderkende. Sixtijnse kapel, een treffende metafoor, maar in vergelijking met de Romeinse naamgenoot ontbreekt hier het massale karakter ondanks de hoge bezoekersaantallen: toegangsbewijzen zijn tijdgebonden en toelating gebeurt in kleine groepen.

Het eerste gedeelte van een rondleiding is informatief als voorbereiding op het bezoek aan de ruimtes met de wandschilderingen. Daar zijn circa zeshonderd dieren, één mens en een aantal geometrische tekens te zien. De betekenis van deze kunstwerken is (nog) niet bekend: is het een verhaal met tekst en afbeeldingen? Dat gespannen zoeken naar een vonkje contact met de kunstenaars van toen, dat maakt dit bezoek zo waardevol.

Na bezichtiging van de schilderingen is er volop ruimte en gelegenheid achtergrondkennis op te doen.

Ook wordt een link gelegd met hedendaagse kunst. Van Picasso schijnt de uitspraak dat na Lascaux nooit een beter kunstwerk is gemaakt. Veel kunstenaars deden hier inspiratie op. Digitaal zijn honderdvijfendertig werken verzameld van vijfenzestig eigentijdse kunstenaars waarmee elke bezoeker op negentig schermen zijn eigen expositie kan samenstellen.

Voor de volhouder rest nog de galerie die met wisselexposities beoogt een verbinding te leggen in de kunst van heden en verleden.

Jan van Bergen


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.