Na schrijvers en kunstenaars zien ook ontwerpers religie niet langer als een taboe. ANNEKE VAN WOLFSWINKEL stuit in Roermond op een schatkamer vol contemplatief design: van modieus habijt tot heiligenbeeld uit de 3D-printer. “Door de eindeloze stroom beelden en gebeurtenissen groeit de behoefte om je terug te trekken.”

De favoriete kerk van Niek Schoenmakers is de Onze Lieve Vrouwekerk in Maastricht. “Het is er donker en stil. Als ik daar binnenkom, gebeurt er iets met me. De geur, de ruimte, de rust; ik kan me daar even terugtrekken, en voelen dat er belangrijkere zaken zijn dan de gewone, dagelijkse drukte. Tegelijk vind ik het fascinerend dat mijn hoogst persoonlijke ervaring mogelijk wordt gemaakt door objecten die door iemand anders gemaakt zijn: de stoel waar ik op zit, de wijwaterbakjes, kaarsen, de hele architectuur.”

Niek Schoenmakers.

Niek Schoenmakers is behalve architect een kenner en verzamelaar van designstoelen. Op zijn visitekaartje staat ‘space curator’. Toen het Roermondse Cuypershuis hem vroeg een designtentoonstelling te maken, kwam hij een trend op het spoor die hem fascineerde: jonge ontwerpers die werk maken met een contemplatief karakter. “Soms verwijzen hun ontwerpen naar een religieuze traditie. Meestal zijn het objecten die iets spiritueels hebben maar boven het specifiek religieuze uitstijgen, die iets te maken hebben met sterven en herinneren, met inkeer, of met een reinigingsritueel.”

In Roermond speelt religie een belangrijke rol. Het is een bisschopsstad en Pierre Cuypers, in Nederland de uitvinder van de neogotische kerkbouw, komt er vandaan. Dus leek het Niek Schoenmakers (Sittard, 1989) interessant om die lijnen in de expositie te laten samenkomen en oude en nieuwe rituele objecten naast elkaar te zetten. Hij heeft het breder getrokken dan alleen het katholieke: hij laat ook objecten uit islamitische, joodse en boeddhistische tradities zien.”
De tentoonstelling Design is My RELIGION is My Design die Schoenmakers samenstelde oogt als een schatkamer, waar door gebruik gesleten objecten worden afgewisseld met fonkelnieuw design. Een kermitgroene Gothic Chair van Studio Job tussen twee bidstoelen, een menora van Roderick Vos tussen Mariakaarsen. Even verderop: een potloodtekening op katoen in de vorm van een reuzenkazuifel van Niels Broszat, een modieus habijt van Borre Akkersdijk en een islamitisch gebedskleed op de vloer, met uitzicht op een felgekleurd heiligenbeeld van Bastiaan de Nennie, recht uit de studio. Voorwerpen die ooit voor ritueel gebruik bedoeld waren, worden als designstukken getoond. Designontwerpen die niet voor een kerk, synagoge of moskee zijn bedoeld, krijgen hier een extra spirituele lading.

De behoefte aan contemplatie die Schoenmakers naar de Onze Lieve Vrouwekerk trekt, herkent hij bij ontwerpers van zijn generatie. Aan een voorzichtige verklaring wil hij zich wel wagen: “De buitenwereld verandert continu. Het tempo is hoog, er komt via social media een eindeloze stroom van beelden en gebeurtenissen op je af die je leuk moet vinden, of niet. Als een reactie daarop ontstaat er behoefte om je terug te trekken, stil te staan bij wat je doet, bewuster te zijn in je handelingen.”

Borre Akkersdijk, Habijt

Als voorbeeld noemt hij het werk van Nel Verbeke die aan de Design Academy in Eindhoven afstudeerde met het project Embrace Melancholy: een verzameling objecten die je laten stilstaan bij gecompliceerde, melancholieke gevoelens waarvoor in het dagelijkse leven weinig ruimte is. “Van haar laat ik The Sound of Time zien, een soort zandloper waarin je de tijd hoort verglijden. Ook heel mooi vind ik het werk van de Zuid-Koreaan Seungbin Yang. Een plankje, heel luxe uitgevoerd in hout en messing, met daarop een klomp zeep. Na elke keer handen wassen wordt het plankje viezer en de zeep kleiner. Ik laat het zien in combinatie met een doopvont en een wijwaterbakje – reinigingsrituelen zijn van alle tijden en religies. Yang maakt er een persoonlijk, contemplatief moment van.”

Schoenmakers weet dat Roermond niet op het netvlies van de designliefhebbers staat. Om ze toch te verleiden naar de stad af te reizen, vroeg hij kunstenaars en ontwerpers ook om nieuw werk te maken. Casper Braat maakte een installatie met gelukskatjes, De Nennie liet een heiligenbeeld uit de 3D-printer komen en Studio RAP zette een robot in om een futuristische variant van een gotisch portaal maken. De vormgeving van de tentoonstelling, waarin goudkleurige folie een hoofdrol speelt, is van de hand van een andere jonge ontwerper: Adrianus Kundert. “Ik hou ervan om samen te werken met vakmensen en ze uit te dagen om te doen waar ze goed in zijn”, zegt Schoenmakers. “Je kunt wel een heel aantal bestaande objecten verzamelen en mooi bij elkaar zetten, maar ik vind het veel spannender om ook iets nieuws toe te voegen.”

Casper Braat, McJezus’. foto Jasmijn Bosma

Religie is geen taboe meer voor kunstenaars, kopte dagblad Trouw onlangs, en noemde een rij kunstenaars die vrijelijk putten uit met name de christelijke traditie: beeldend kunstenaars Marc Mulders en Niek Hendrix, componist Anthony Fiumara, schrijver Joost Zwagerman in de dichtbundel die hij kort voor zijn dood voltooide. De meesten noemen zich niet gelovig, maar wijzen de religieuze kanten van het bestaan ook niet af, een houding die sinds het modernisme zo’n beetje gemeengoed is in de kunstwereld. Ziet Schoenmakers ook bij ontwerpers een kentering? “Jazeker. Religie is iets menselijks, iets dat we hebben uitgevonden om een reden. We hebben rituelen nodig om ons te troosten en onze gevoelens vorm te geven, vooral rond het sterven en herinneren. Ook als je niet gelovig bent, kun je nog intens genieten van wat die religie voortbrengt. Denk maar aan Bach: diepreligieuze muziek die toch iedereen door de ziel kan snijden, gelovig of ongelovig. Zo zie ik het ook met religieuze voorwerpen: die kunnen ook als object, los van de godsdienst, heel mooi zijn.”

Wat hem als designliefhebber mateloos boeit, is dat je voor het overbrengen van iets ontastbaars als een religieuze ervaring concrete objecten nodig hebt. Soms zijn die uitermate banaal. “Het mooiste voorbeeld komt uit Lourdes. Je kent misschien de flaconnetjes met Lourdeswater, gemaakt van heel goedkoop wit plastic in de vorm van Maria. Het blauwe dopje heeft de vorm van een kroontje. Iedere Lourdesganger neemt dat mee naar huis. Maar wat nog mooier is: je kunt het Lourdeswater ook in een jerrycan kopen. Een gewone, witte jerrycan, met een handgeschilderde Maria erop. De Mariablauwe dop maakt het compleet. Het heilige water wordt meegenomen in het banaalst denkbare voorwerp. Mooi toch?”

Design is My RELIGION is My Design. Van 1/12 t/m 4/2 in ECI Roermond.
designismyreligion.nl