Zuiderlucht-medewerkster Maaike Lauwaert promoveerde op een proefschrift over de effecten van speelgoed op kinderen door de eeuwen heen. Tot en met de virtuele games van nu. Hoe gevaarlijk zijn ze voor de karaktervorming van de jeugdige gebruiker?

Het historisch strijdtoneel van speelgoed

Computerspellen zijn immens populair en niet meer weg te denken uit de wereld van de moderne media. Met deze vaststelling dringt zich meteen de vraag op wat de consequenties daarvan zijn: wat spelen we, hoe spelen we en hoe belangrijk zijn ze bij het doorbrengen van onze vrije tijd?

Nu spel en entertainment in toenemende mate zijn gedigitaliseerd, wordt me vaak gevraagd of ik, na vier jaar promotieonderzoek aan de Universiteit van Maastricht, kan vertellen of computerspellen de speler wel of niet agressiever maken. De vraag leidt onvermijdelijk tot teleurstellingen, want hij is onbeantwoordbaar.
Een directe relatie tussen wat je doet in je vrije tijd en de vorming van je karakter is namelijk onmogelijk objectief vast te stellen. Je omgeving, je persoonlijkheid, het genre van computerspellen dat je speelt, de duur en frequentie van je spel zijn belangrijke factoren die een eenduidig antwoord onmogelijk maken. Bovendien heb ik mijn promotieonderzoek niet aan een psychologiefaculteit gedaan, maar aan de faculteit der cultuur- en maatschappijwetenschappen. Wel kan het historisch perspectief dat mijn onderzoek biedt, bijdragen aan ons begrip van de effecten en gevolgen van digitaal speelgoed en spel. Het onderzoek plaatst computerspellen in een langetermijnperspectief op zowel speelgoed als op de voortdurende veranderende leefwereld van kinderen.
Speelgoed is de spiegel van onze samenleving. Zo is de 19e eeuwse industrialisering terug te zien in het mechanische en constructiespeelgoed uit die tijd. Dit van staal (bij uitstek het materiaal van de industrialisering) gemaakte speelgoed weerspiegelde de vaak door stoomkracht aangedreven veranderingen op het gebied van arbeid, productie, transport, wetenschap en entertainment.
Maar speelgoed is meer dan alleen een reflectie van maatschappelijke ontwikkelingen, het heeft het ook de potentie om die ontwikkelingen aan te zwengelen en te versterken. Het 19e eeuwse constructiespeelgoed was ook een antwoord op de toenemende angst van de gegoede burgerij voor de opkomende metropool. Die angst leidde ertoe dat ouders die het zich konden veroorloven hun kinderen steeds vaker binnenshuis hielden. In dat streven was speelgoed dat de kinderen aan huis kon kluisteren een uitkomst. Constructiespeelgoed was niet alleen ideaal om met name jongens uren bezig te houden, het bereidde hen ook voor op een mogelijke loopbaan als ingenieur. Daarbij zorgde dit speelgoed voor meer huiselijkheid omdat het niet geschikt was voor buiten. Het 19e eeuwse speelgoed bracht het spel, en daarmee ook de kinderen zelf, van buiten naar binnen.
Bij computerspellen zien we iets vergelijkbaars. Ze zijn gemaakt van en gespeeld op het ‘materiaal’ van deze tijd: digitale technologieën en computers. Daarmee weerspiegelen ze het toenemende belang van digitale technologieën en computers in onze cultuur. En: ook deze spellen zijn vooral bedoeld voor binnenshuis. De angst van ouders voor de stad en de buitenwereld is in de loop der jaren namelijk alleen maar toegenomen. Nog steeds houden we kinderen het liefst binnen na school, zodat we weten waar ze zijn. Jongeren die op straat hangen, vinden we vaak bedreigend, net als in de 19e eeuw. Toen werden de kinderen die overdag in de fabriek werkten en ’s avonds op straat rondhingen als een bedreiging beschouwd. Het probleem van computerspellen is echter dat ze vaak té aantrekkelijk zijn en kinderen wel erg goed weten bezig te houden. Dat gaat ten koste van de ontwikkeling van andere, vaak fysieke eigenschappen en dingen die ze in hun vrije tijd zouden kunnen doen. Inmiddels hebben fabrikanten, als reactie hierop, computerspellen ontwikkeld waarbij de spelers hun lichaam moeten bewegen om het spel te spelen.
De geschiedenis van commercieel (dus niet door ouders of kinderen zelf ontwikkeld) speelgoed leert dat het niet alleen maatschappelijke en culturele veranderingen weerspiegelt maar ook aanzwengelt en tot bij het kind brengt. Als spiegel én motor van sociale en culturele veranderingen is speelgoed meer dan simpele tijdverdrijving. Speelgoed staat vaak aan de bron van angsten, zorgen, verlangens en ruzies. Het vormt een strijdtoneel waar cruciale gevechten omtrent onze veranderende samenleving en cultuur en het opvoeden van nieuwe generaties plaatshebben. Bovendien is speelgoed belangrijk in het vormen en onderscheiden van generaties. Het kan generaties verbinden wanneer bijvoorbeeld (groot)ouders en kinderen een gezamenlijke interesse hebben. Maar het drijft ook vaak generaties uit elkaar wanneer (groot)ouders en kinderen elkaar niet kunnen vinden in een gedeelde spelwereld.

Maaike Lauwaert (2007). The Place of Play. On toys, Technological Innovations and Geographies of Play. University of Maastricht.

Constructiespeelgoed voor de kleine ingenieur. Meccano bouwdoos uit 1938.
Afbeelding: www.usmeccano.com

Kijken naar een filmpje op de ‘kinder cinematograaf’ uit 1907.
Afbeelding: De Vriend des Huizes. Tijdschrift voor het Huisgezin (1907).