Het ene onderzoek naar poppodia is nog niet afgerond of het volgende is alweer onderweg. Ondanks de beoogde eensgezindheid van Via 2018 vechten Maastricht, Heerlen en Sittard als vanouds om de kluif. “Uit elk onderzoek kun je tien argumenten halen om een nieuw poppodium te bouwen, en tien om het niet te doen.”

Er moet een nieuw Euregionaal poppodium komen met een capaciteit van 1500 bezoekers, zo concludeerden onderzoekers van Berenschot eind vorig jaar in een rapport voor Via 2018. De uitkomst was voorspelbaar: je moet immers een volwassen popzaal hebben om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te worden. De provincie Limburg maakte er een-tweetje van en liet Bureau Signo & S de haalbaarheid van zo’n podium onderzoeken. Vervolgens mocht Joery Wilbers van de Nieuwe Nor in Heerlen de actie afronden door voor Via2018 de Euregionale poppodia in kaart te brengen. Alsof dat nog niet genoeg was, besloot Sittard-Geleen te onderzoeken waar in de stad een nieuw poppodium kan verrijzen.

Niet zo vreemd dus dat Herman van Asselt van de Stichting Popmuziek Limburg, constaterende dat iedereen als vanouds voor zijn eigen belangen gaat, de betrokkenen binnenkort zal uitnodigen voor een gesprek. Vooral het Signo-rapport heeft de verdeeldheid aangewakkerd, meent hij. “En daar zijn muzikanten en concertbezoekers niet mee gebaat. Ik denk dat de podia juist samen moeten optrekken.”

In het Signo-rapport staat dat alleen Aken, Luik en Hasselt poppodia hebben met een regio-overstijgende functie. De Heerlense combinatie Nieuwe Nor (350 bezoekers) en de Limburg Zaal (1250 bezoekers) krijgt de kwalificatie ‘publieksfunctie die voldoet aan de behoefte van de stad’. “Wie had er ooit gedacht dat Eels nog eens in Heerlen zou spelen?”, reageert Joery Wilbers van De Nieuwe Nor fijntjes, verwijzend naar het optreden van de Amerikaanse band Eels in de Limburg Zaal, begin juni. Maar afgezien daarvan vindt hij het idioot om te denken in termen van Euregionale podia. Wilbers laakt het vertrekpunt van het Signo-rapport. “De verschillen in stijl en smaak tussen de verschillende landen zijn te groot. Laat elke stad in zijn eigen behoefte voorzien en laat de instellingen proberen meer samen te werken.”

Volgens Bureau Signo & S is er genoeg draagvlak om – bij voorkeur in Maastricht – een poppodium voor 1500 bezoekers te realiseren, vergelijkbaar met 013 in Tilburg en De Effenaar in Eindhoven. Welke popliefhebber zou niet graag zien dat bands die in Paradiso spelen ook Zuid-Limburg aandoen? Wilbers is liefhebber genoeg om zulke bands te verwelkomen, maar of Maastricht daarvoor de aangewezen plek is? “De popinfrastructuur in Parkstad is behoorlijk compleet. Je kunt je afvragen wat het effect is als je daar een grote zaal tegenover zet in Maastricht. De Muziekgieterij in die stad is te klein en moet opgeschaald worden. Maar als je meteen naar een zaal van 1500 bezoekers gaat, red je het niet. Je moet je publiek opbouwen.”

Daar wordt bij de Muziekgieterij (250 bezoekers) heel anders over gedacht. Volgens directeur Wim Smeets past het Signo-rapport prima in de ambities van het Maastrichtse poptempeltje. “Wij zeggen niet dat we een zaal willen voor vijftienhonderd man, maar een zaal tussen de nul en vijftienhonderd man. We krijgen nu vaak aanvragen voor studentenfeesten en tienerdisco’s voor een man of zeshonderd. Die kunnen we goed gebruiken in de exploitatie. Het moet natuurlijk wel een club zijn en geen feestzaal.” En moet die zaal dan een Euregionale uitstraling hebben? “Hou toch op. Als je echt bezoekers vanuit Luik, Aken en Hasselt wil trekken, moet je veel groter denken. En daarvan zegt het rapport ook: vergeet het.”

Joery Wilbers denkt dat het aanbod te schaars is. “Als je acht bands zoals Eels per jaar kunt boeken, zou ik zeggen: laat ze in de Limburg Zaal in Heerlen spelen. Dat is weliswaar geen echte popzaal, maar je kunt er wel pop programmeren. Dat je eerst een eind over marmer moet lopen, het zij zo, de herinnering aan het concert hou je toch wel bij je.” Herman van Asselt van SPL denkt dat meer mogelijk is. Hij wijst naar Eindhoven waar de Effenaar en de Philipszaal naast elkaar kunnen bestaan. Nog afgezien van een aantal kleine podia en, op een half uurtje rijden, 013 in Tilburg.

Door Via 2018 krijgt het debat een Euregionale saus. Smeets is er helemaal niet mee bezig. “Maastricht is een stad van 120.000 inwoners met een veel te klein poppodium. De discussie of een groter podium nu wel of niet opportuun is ten opzichte van Heerlen vind ik onzinnig. In Leiden wordt poppodium LVC opgeschaald van 1100 naar 1500 bezoekers. Denk je dat daar iemand wijst naar het Paard van Troje in Den Haag of roept dat je binnen een half uur met de trein in Amsterdam bent? Er is inmiddels zoveel onderzoek gedaan. Uit elk onderzoek kun je tien argumenten halen om wel een nieuw podium te bouwen en tien om het niet te doen. Ik zeg: een stad als Maastricht kan niet zonder bibliotheek, theater, filmhuis en een poppodium.”