Eind 2014 pleegde de Maastrichtse tiener Sultan Berzel een zelfmoordaanslag in Bagdad. Zeker 23 mensen kwamen om het leven. In het boek Sultan en de lokroep van de jihad reconstrueren Johan van de Beek en Claire van Dyck zijn leven. FONS GERAETS vraagt ze naar hun bevindingen. “Dit is Nederland 2017. Tragisch, hè.”

Op 12 november 2014 blaast een zelfmoordterrorist zich op bij een politiepost in Bagdad. Zijn bomvest, gevuld met poeder uit luchtafweergeschutgranaten, doodt tientallen agenten. De dader is de 19-jarige Sultan Berzel uit Maastricht. Dat jaar reizen nog drie andere Maastrichtse jongeren af naar Islamitische Staat: Aïcha, Milana en Rezan. Maar de enige echte shaheed (martelaar) is Sultan, “frêle, jong en onschuld uitstralend”, afkomstig uit de arbeidersbuurt Wittevrouwenveld, die zich in het kalifaat Abu Abdullah al-Hollandi noemt,

De onderzoeksjournalisten Johan van de Beek en Claire van Dyck schreven in De Limburger over de aanslag en ontrafelden vervolgens de voorgeschiedenis. In het vorige maand verschenen boek Sultan en de lokroep van de jihad reconstrueren ze niet alleen Sultans onderwerping aan het jihadisme, maar ook die van de andere drie. Wat bezielde het viertal om in de bloei van hun leven te kiezen voor de radicale islam en de heilstaat van IS? Geëxalteerde vroomheid, wanhoop over de eigen mislukking, wraak, doodsdrift?

Twee jaar onderzoeksjournalistiek ten spijt biedt het boek geen eenduidig antwoord: “Hoe hard er ook wordt gezocht, de zelfmoordterrorist blijft ongrijpbaar”, concluderen Van de Beek en Van Dyck die er in dit onberispelijke, bij vlagen meeslepend en ongehoord treurige boek wel in slagen vele puzzelstukjes op tafel leggen.

Zo wordt Irak “een ongemarkeerd graf van onbekende afmetingen” genoemd, omdat de autoriteiten het aantal terreurslachtoffers met opzet laaghouden. “Bij de aanslag van Sultan noemt minister Koenders het officiële dodental van 23 ”, zegt Claire van Dyck. “Het werkelijke aantal ligt mogelijk drie keer zo hoog.” Hoe dan ook, volgens het Openbaar Ministerie is Sultan Berzel de grootste moordenaar uit de moderne vaderlandse geschiedenis. “En de meest onbekende”, voegt Johan van de Beek eraan toe. “Dat komt omdat hij, in tegenstelling tot Karst T. en Tristan van der V., zijn aanslagen in een ver buitenland heeft gepleegd. Bizar. Alsof Iraakse doden minder waard zijn. Dit boek is een poging om het leven van deze jongen aan de vergetelheid te ontrukken.”

Is het honderd procent zeker dat Sultan dood is?
Van Dyck: “Volgens de autoriteiten is zijn dood niet boven alle twijfel verheven. Alle scenario’s worden opengehouden. Als iemands hoofd of romp wordt gevonden, weet je zeker dat die persoon er niet meer is. Maar de brandweer heeft het Al-Nisourplein, waar de aanslag plaatsvond, meteen schoongespoten. Alleen een stuk van Sultans onderbeen is gevonden. Hoe onaannemelijk ook: men moet er rekening mee houden dat hij nog leeft. Er is weliswaar een dna-match, maar dna-materiaal kan ook door bedrog op de plek des onheils terechtkomen.”

Sultan Berzel raakt op zijn zestiende in de ban van de islam. Waarom wordt hij zo streng gelovig?
Van de Beek: “Hij past niet in het stereotiepe beeld van de overlast veroorzakende, criminele, macho Marokkaan. Hij is klein en iel, fysiek niet in staat om mee te doen met kickboksen en straatvoetbal. Hij heeft niets waardoor hij bijzonder is. Totdat hij zich gaat verdiepen in het geloof. Dan krijgt hij bij zijn leeftijdsgenoten aanzien omdat hij koranverzen uit zijn hoofd kan reciteren. Let wel: in het Arabisch.”
Van Dyck: “Zo wordt hij ook ontvangen door zijn directe omgeving, en in de moskee. Ze reageren hoopvol op deze jongeman: hier is iemand die uiterst toegewijd is en zich grondig wil verdiepen in het geloof.”
Van de Beek: “Een gezamenlijk kenmerk van de vier Maastrichtse Syriëgangers is dat ze nooit hebben geleerd om zaken kritisch tegen het licht te houden. Als op YouTube wordt beweerd dat je in een rat verandert als je tegen de koran aantrapt, geloven ze dat. Ze zijn geen vragenstellers. Als je op zoek bent naar zekerheden – of troost – kan geloof houvast bieden.”

Sultan Berzel studeerde toerisme aan het ROC Leeuwenborgh in Maastricht. Een verlegen en vooral ondoorgrondelijk buitenbeentje dat in een hoekje zijn bidmatje uitrolt, boven ieder proefwerk een zin uit de koran noteert en vrouwelijke docenten weigert een hand te geven. In oktober 2013 gaat hij door het lint als hij met zijn klas in Den Haag een expositie bezoekt waar foto’s te zien zijn van kunstenares Sooreh Hera: twee homoseksuelen met maskers die de profeet Mohammed en zijn schoonzoon voorstellen. Sultan ontsteekt in woede over deze blasfemie en maakt amok. Hij wordt door de school voor drie maanden geschorst. Gedurende die periode leeft hij als een heremiet. Hij sluit zich op in zijn kamer en slaat de tijd stuk met bidden, koranstudie en internetten. De vraag dringt zich op hoe funest die uitzonderlijke lange schorsing is geweest.
Van Dyck: “Sultan heeft zijn geheimen meegenomen in het graf, het blijft een kwestie van interpreteren. Het is onmiskenbaar dat de schorsing van invloed is geweest, maar in welke mate? Er ging al iets aan vooraf. Dat incident heeft de leerkrachten trouwens verbaasd: een timide jongen begint opeens uit te flippen. Dat komt ergens vandaan.”
Sultan slaagt er niet in om zijn leerachterstand weg te werken en moet doubleren. Na de zomervakantie keert hij niet meer naar school terug. In september 2014 vertrekt hij naar Syrië, om drie maanden later zijn dodelijke daad te plegen.
Leeuwenborgh, de school waar Sultan zat, weigert nog steeds elk commentaar. Johan van de Beek vindt dat betreurenswaardig. “De ironie is: een school draait om kennisoverdracht. Men had hier lering uit kunnen trekken. Om reputatieschade te voorkomen is besloten om de luiken te sluiten. Een gemiste kans. Trouwens niet alleen de school, ook de ouders, vrienden, kennissen, de moskee, iederéén heeft de instinctieve reflex om te zwijgen. Als er al over hem wordt gesproken is het op fluistertoon.”
Van Dyck: “Een muur van stilte. Alsof er besmettingsgevaar is. Mogelijk ook omdat je dan moet erkennen dat je niet in staat bent geweest om in te grijpen. En onderschat hsoema niet, de schaamte.”

Waarom nam hij het besluit om als ‘martelaar’ naar Syrië af te reizen?

Johan van de Beek en Claire van Dyck.
“Niet alleen de school, ook de ouders, vrienden, kennissen, de moskee, iederéén heeft de instinctieve reflex om te zwijgen.” Foto: Rob Oostwegel

Van de Beek: “Ik weet niet of Sultan is vertrokken in het volle besef: ik word zelfmoordterrorist. Hij wilde wel de beste moslim worden. In de Maastrichtse El Fathmoskee ging hij met een ouder en wijzer persoon in discussie over de definitie van jihad. Dat duidt erop dat hij in een gedachtenstroom zat waar men in de moskee ook bezorgd over was. Urenlang is op hem ingepraat: ‘Jouw jihad betekent dat je goed bent voor je ouders, je studie afrondt en een baan krijgt. En niet: googelen op Syrië en Irak.’ Het had geen effect, hij was al in een denksfeer die tegen het salafisme aanschurkt. Later komt hij ook in die kringen terecht.”

Maar salafisme leidt toch niet automatisch tot terrorisme?
Van de Beek: “Nee, maar salafisten staan met de rug naar de samenleving, hebben niks op met democratie en rechtsstaat. Die willen hun geloof op de meest zuivere manier belijden. Als dan zo’n jongen met grandioze plannen in die kringen terechtkomt, is er van dempende werking geen sprake. Daar komt bij: in dezelfde week dat Sultan op school te horen krijgt dat hij niet overgaat, wordt het kalifaat uitgeroepen. En zegt de kalief dat het de heilige plicht is van elke moslim om te komen.”
In het trainingskamp van Islamitische Staat worden de nieuwe rekruten gesorteerd: de sterken gaan richting slagveld, de zwakkeren worden ingezet voor zelfmoordacties. Daarna begint het proces van psychologische indoctrinatie en hersenspoeling. “We hebben aanwijzingen dat hij in het kamp als eerste zijn hand opstak toen werd gevraagd wie er shaheed, martelaar, wil worden”, zegt Johan van de Beek.

Off the record voeren Van de Beek en Van Dyck talrijke gesprekken met mensen uit de moslimgemeenschap. Hun allergrootste zorg is het oprukkende salafisme onder de jeugd, dat een sluipend gif wordt genoemd; de Franse islamdeskundige Gilles Kepel spreekt van ‘la revanche de Dieu’. De auteurs dringen aan op ingrijpen van de overheid. “Want anders is het te laat.” Volgens Van de Beek discussiëren Marokkaanse jongeren op salafistische websites uitgebreid over de exacte lengte van de broekspijp. “De enkel mag niet bedekt zijn, anders word je op de Dag des Oordeels door Allah gestraft.”

Beide auteurs plaatsen vraagtekens bij de opvoeding. Van de Beek: “Wat vertellen ouders over ongelovigen? Dat moslims beter zijn dan koeffar, ongelovigen? Als je met dat idee bent grootgebracht, wordt het moeilijk om in je latere leven voorstander te zijn van democratie en gelijke rechten voor iedereen.” Van Dyck: “Het salafisme propageert een terugkeer naar de ware islam, de tijd van de profeet. Vergroot tegenstellingen. Wij tegen zij. Jongeren leren dat ze niet met ongelovigen bevriend moeten raken. Kinderen van vijf mogen niet op ballet omdat er muziek wordt gedraaid, en muziek is haram, verboden volgens islamitisch voorschrift. Dat leidt tot een parallelle samenleving.”
Van de Beek: “Dit is Nederland 2017? Tragisch, hè.”
Uit angst voor agressie en bedreigingen is er van binnenuit geen enkele animo om de ‘haram-schreeuwers’ van repliek te dienen. “Moslims krijgen door jongere geloofsgenoten het stempel moslim-light opgeplakt. Te worden uitgemaakt voor een halve afvallige ervaren zij als hoogst bedreigend. Tegengeluid wordt gesmoord door angst. Het gevaar is dat het radicale discours terrein wint.” Van de Beek vertelt dat het de opsporingsdiensten zorgen baart dat veel radicale moslims niet meer op Facebook zitten, maar ondergronds zijn gegaan. “Ze zijn online, maar op sites waar jij en ik ze niet kunnen vinden en waar hardcore de jihad wordt gepropageerd.”

In Duitsland is salafisme, door aanhangers omschreven als ‘die wahre Religion’, verboden. België zit de salafistische beweging ook achter de vodden. Van de Beek: “Onze zuiderburen doen aan onkruid wieden: lokaaltjes worden gesloten wegens de slechte brandveiligheid. Men laat salafisten weten: we houden jullie in de gaten. Een imam zei tegen ons: ‘Hadden we in Nederland maar wat minder godsdienstvrijheid. Dan konden we de giftige plant met al haar ondergrondse vertakkingen uittrekken’.”