Bioscopen trekken volle zalen met via de satelliet doorgestraalde live opera’s vanuit The Metropolitan Opera in New York. “Twee jaar geleden zaten er acht bezoekers in de zaal, de laatste drie opera’s waren uitverkocht.”

De camera pant door de orkestbak op zoek naar dirigent Edo de Waart die in 1999 voor het laatst op de bok stond in The Metropolitan Opera in New York. Er wordt gestemd en gebabbeld, een violiste schaart schielijk haar vingers ten teken van victorie. Dan blikt de camera over de rand van de bak de zaal in. De bezoekers van een van de meest vermaarde operahuizen ter wereld maken zich op voor Der Rosenkavalier van Richard Strauss. Tegelijkertijd maken vele tienduizenden operaliefhebbers elders ter wereld zich op voor dezelfde opera. De matineevoorstellingen in New York worden namelijk live en in high definition per satelliet doorgestraald naar meer dan duizend bioscopen in bijna veertig landen over de hele wereld. Van Uruguay tot Zuid-Korea tot in Sittard/Geleen, Roermond, Luik en Hasselt.
Als de zaallichten in Foroxity Sittard gedoofd zijn en ruim honderd liefhebbers in stille en hoopvolle verwachting zijn van de grote stemmen van Renée Fleming en Susan Graham, is het in New York nog buitengewoon rumoerig. Dan verschijnt niemand minder dan Placido Domingo op het scherm. Hij zal deze avond wereldwijd als gastheer fungeren.
De camera vindt Edo de Waart die de eerste klanken uit Der Rosenkavalier ontlokt aan het orkest en gaat dan op zoek naar Feldmarschallin Maria Theresa (Renée Fleming) en haar jonge lover Octavian (Susan Graham), reeds minnend en zingend in en rond de buitenechtelijke sponde. Hun spel is fysiek en de camera’s registreren genadeloos of er gefaket wordt of niet. Live in New York lacht men hoorbaar als Fleming een pets op haar kont krijgt; in Sittard/Geleen ziet de bioscoopbezoeker dat zij fluks en kuis haar kleed iets omlaag trekt tijdens het liefkozen, alsof ze voelt dat het publiek dicht op haar huid zit. Het publiek dat ziet dat er echt een traan uit haar oog rolt en dat haar lippen daadwerkelijk beroerd worden door die van haar tegenspeelster.
Als het Amerikaanse applaus na de eerste acte is verstomd, volgt de camera Renée Fleming achter de coulissen. Zo waant het publiek zich dicht op de huid van de diva. Ze krijgt een microfoon aangereikt en wordt live bevraagd door Domingo. Die verwoordt zijn egards in bravo en bravissimo maar Fleming vertelt wel dat juist haar jarenlange vriendschap met Graham, in de eerste acte verkleed als man, haar geloofwaardigheid in deze fysieke scene ten goede is gekomen. Het is fascinerend om een persoonlijkheid als Renée Fleming zichzelf zo kort na haar optreden te horen recenseren. En dan moeten er nog twee delen van anderhalf uur volgen.
De vraag ligt voor de hand: haalt opera in de bioscoop het bij opera in het theater? Placido Domingo roept alle kijkers in elk geval op om vooral ook eens een concertzaal te bezoeken. De Limburgse bariton in ruste John Bröcheler kan dat niet meer opbrengen. Sinds hij is gestopt met optreden, zegt hij volkomen nerveus te worden alleen al bij de gedachte om naar de opera te gaan. Hij wil de spanning die zijn collega’s doorstaan niet meer plaatsvervangend ondervinden. Thuis in Eperheide bij Vaals heeft hij een minibioscoop ingericht. “Via een decoder heb ik de concerten voor het uitzoeken.” Het fenomeen van de bioscoopopera’s is hem niet onbekend. Zelf is ie ook al eens live uitgezonden toen hij in Amsterdam in Wagners Ring des Nibelungen stond. Toch plaatst hij kanttekeningen bij zulke live-registraties. “Met kerst heb ik thuis een matinee in Amsterdam beluisterd. Het geluid kwam heel gemakkelijk mijn huiskamer binnen, maar daags erna las ik in een recensie in de Volkskrant dat de mezzosopraan in de zaal helemaal niet over het orkest heen kon komen. Dat is de pest met microfoons. Normaal wordt in de opera zonder microfoons gezongen, behalve als er wordt uitgezonden. Dat betekent dat de kleinste stemmen de meeste versterking krijgen en beter overkomen. Eigenlijk word je gewoon bedonderd. Wat denk je dat er gebeurt met die zangers in het tv-programma Una Voce Particolare? Zodra ze voor het eerst de sprong maken van televisie naar concertzaal vallen ze in een diep gat. We worden zo overspoeld met uitvergrotingen en digitale effecten dat je de kans loopt dat Der Rosenkavelier live wel eens tegen zou kunnen vallen vergeleken met de versie in de bioscoop. Als je Rieu al zijn effecten en zijn Noordpooldecor afneemt en je alleen nog maar de muziek hoort, vertrekt negentig procent van het publiek.”
Bariton Roger Smeets, coach regie/drama van de opera- opleiding van het Maastrichtse Conservatorium, zag twintig jaar geleden voor het eerst en voor het laatst een opera in de bioscoop: La Traviata in het Amsterdamse Tuschinski. Een filmopname op locatie met in de hoofdrol…. Placido Domingo. Hoewel de bioscoop voor hem een geheel eigen magie heeft, geeft hij de voorkeur aan een voorstelling van vlees en bloed. Toch snapt Smeets de kick van de bioscoop wel. Hij vermoedt zelfs dat er in de klassieke muziek een nieuw publiek is, gevonden door André Rieu en zijn bekende melodieën. Daarnaast zullen de wereldsterren uit de opera een grote aantrekkingskracht uitoefenen. “Dat je live aanwezig bent bij een première ver weg, moet nog een extra dimensie geven.”
Laurens van Bergen, directeur van Limburgs mooiste filmtheater Royal in Heerlen, beaamt dat. Hij heeft wel eens een opgenomen opera geprogrammeerd maar daar kwam slechts anderhalve man en een paardenkop op af. “Het moet live”, heeft hij geleerd. Ook al is dat evenmin een garantie voor succes. Hij kreeg smalende reacties toen hij een concert van André Rieu live vanuit Australië in zijn theater presenteerde voor vijftig bezoekers. “Het hoort er allemaal bij,” zegt Van Bergen. “De investering doen – rond de zeventig mille – is één ding, maar je moet wel nog even een doelgroep bereiken. En die is mij onbekend. Ik heb de keuze tussen opera vanuit de Scala in Milaan, vanuit Londen of Berlijn. Maar opera is niet mijn core business, dus de weg zal wat langer zijn.”
In Limburg biedt Foroxity in Roermond en Sittard/Geleen opera vanuit de New York Metropolitan aan, net als de meeste Pathé-bioscopen in Nederland. Woordvoerder Leon Koop zegt dat de Minerva-bioscopen in 2010 gedigitaliseerd zullen worden zodat straks ook in Maastricht opera aangeboden zal worden. Foroxity loopt voorop: daar biedt men sinds kort ook belangrijke stukken uit het National Theatre uit Londen volgens de formule van de Metropolitan. “Alles heeft zijn tijd nodig”, zegt Marie Rosé Vandenbergh van Foroxity. “Ook bij ons zaten twee jaar geleden bij de eerste opera-voorstelling maar acht bezoekers in de zaal, de laatste drie opera’s waren uitverkocht.”
Kinepolis in Hasselt is een van de modernste bioscopen in de Euregio en als een van de weinige technisch in staat om de 3D concertfilm van U2 in 2008 aan te bieden. Na het eclatante succes van Avatar weet elke bioscoopeigenaar dat investeringen in digitale projectors lonen. In Hasselt liepen de zalen eerder ook al vol voor live-concerten van Robbie Williams en Elton John en een Europacupwedstrijd tussen Club Brugge en Valencia.
In Sittard/Geleen luidt Placido Domingo met een interview de tweede acte van Der Rosenkavalier uit. “And now: popcorn”, grijnst hij. Maar de bezoekers worden getrakteerd op wat anders: drankjes naar keuze, zuurkool met worst en goulashsoep. Onder hen ontwerper – en operaliefhebber – Maurice Mentjens. Een week eerder zag hij in Berlijn zijn favoriete opera Die Zauberflöte in de Staatsopera en nu geniet hij van Der Rosenkavalier, al vindt hij deze “iets té hip” maar niettemin “supertof”. Bioscoop of concertzaal? “De bioscoop,” zegt hij in de pauze. “Toch de concertzaal”, meent hij na afloop. Alhoewel. “Hier kun je een première bijwonen van Placido Domingo, een van mijn grote helden. Dat zou ik niet willen missen. Niet gek hè, voor een stadje als Sittard.”
Dicht op de huid van Karita Matilla in Tosca, live vanuit The Metropolitan in New York. Foto: The Metropolitan Opera


www.foroxity.nl www.kinopolis.be www.royaltheaters.nl