De Nordic night(s) in Hasselt begonnen tien jaar geleden als een muzikaal evenement en zijn sinds vorig jaar een multidisciplinair kunstenfestival. “Omdat er zoveel moois en belangwekkends uit Europa’s hoge noorden komt en ons dat deels ontgaat.” DOOR PAUL VAN DER STEEN

Krap vier procent van de Europeanen woont in de vijf noordelijkste landen van Europa. De culturele voetafdruk van Denemarken, Zweden, Noorwegen, Finland en IJsland, de landen die centraal staan tijdens de jaarlijkse Nordic night(s) in Hasselt, is vele malen groter. Iets doen ze er goed? Maar wat?

Misschien zien we iets van de onmetelijke ruimte en het landschap terug in al die trefzekere kunstuitingen. Lucht. De durf om weg te laten. Het onopgesmukte. Geduld. Tegelijkertijd, hoe reëel is het om een gemeenschappelijke noemer te zoeken voor zo’n enorm gebied? De afstand van Zuid-Denemarken naar de Noordkaap is al groter dan die van Zuid-Denemarken naar Zuid-Spanje. Het leidt tot generaliseringen die geen recht doen aan de diversiteit van het noorden van Europa.

Bovendien gaat het vaak, maar lang niet altijd om eigenheid. Soms zit het succes ook in raffinement, een goed ontwikkeld gevoel voor de grootste gemene deler in de smaken in alle uithoeken van de wereld. Namen als Andreas Carlsson, Anders Bagge en Max Martin doen bij het grote publiek geen lichtje branden, maar de muziek die deze en andere Zweden produceerden en schreven, hebben zich als oorwurmen in ieders hoofd genesteld. Artiesten als Adele, Britney Spears, Celine Dion, Katy Perry, Pink, the Backstreet Boys en Anouk haalden materiaal bij songsmeden from Sweden.

Het Noord-Europese succes is niet iets van gisteren. Jaren terug jubelden cinefielen al over de Zweedse film. Terwijl anderen juist wat ongedurig werden van de veelbetekenende stiltes en lange shots waarin het optrekken van een wenkbrauw soms de enige actie was. Ook vorige generaties kinderen speelden met het Deense Lego, als ze niet de avonturen van de anti-autoritaire Pipi Langkous, geesteskind van de Zweedse schrijfster Astrid Lindgren, op tv of in boeken verslonden. ABBA gold als music for the millions (verkocht navenant) en kon pas later rekenen op – vaak nog zuinige – artistieke waardering van cultuurpausen (“Toch best knap gemaakt”). IKEA veroverde in rap tempo onze interieurs, alle klachten over de alomtegenwoordigheid van de spullen van het Zweedse woonwarenhuis en zijn handleidingen ten spijt. In het voetspoor van de blauw-gele grootmacht volgde design uit dezelfde regio van Europa.

De afgelopen jaren dienden zich nieuwe noordse kunstuitingen aan die de wereld veroverden. De Noor Karl Ove Knausgård beschreef zijn worstelingen met het leven en het schrijverschap in de cyclus Mijn strijd. Zes vuistdikke boeken vol zelftwijfel, vooraf zou niemand er een cent voor geven. Ze groeiden uit tot internationale bestsellers. Knausgårds werk werd vergeleken met Marcel Proust.
Nog zo’n onverwacht succes: Borgen. De televisiebobo’s hadden weinig fiducie dat de serie internationaal zou zijn te vermarkten. Hou het allemaal zo Deens mogelijk, werd daarom de opdracht aan de makers. Daar hielden ze zich braaf aan. Maar in de belevenissen van de vrouwelijke minister-president Birgitte Nyborg, spindoctor Kasper Juul en journaliste Katrine Fønsmark zat voldoende universeels om van de serie een mondiale verkoophit te maken. Tientallen landen zonden Borgen uit, zelfs Mexico en Zuid-Korea.

Naast Duitse en Engels tv-speurders doken hun Scandinavische collega’s op, inspecteurs als Kurt Wallander en Martin Beck, moeilijke mannen, meer antiheld dan held. Miljoenen kijkers leefden mee met spannende series als The killing en The Bridge. Thrillerauteurs als Stieg Larsson (De Millennium Trilogie) en Henning Mankell (de bedenker van Wallander) werden vertrouwde verschijningen in de top van de lijsten met de bestverkochte boektitels.

Dat er tegenover Amerikaanse jazz ook Europese jazz met minder swing en meer suggestie staat is grotendeels terug te voeren op Noorse musici: de soms bijna ijle klanken van saxofonist Jan Garbarek, bassist Arlild Andersen, trompettist Arve Hendriksen en meer artiesten uit de stal van het vermaarde platenlabel ECM. Landgenoten als toetsenist Bugge Wesseltoft, trompettist Nils Petter Molvaer verkenden ondertussen de schemerzone tussen jazz en dancemuziek.

De Nordic night(s) in Hasselt begonnen tien jaar geleden als een muziekfestival. Laurent Pitsi van het cultuurcentrum in de Belgisch-Limburgse hoofdstad nam het initiatief. Sinds vorig jaar zijn ook volop andere vormen van kunst te zien en te horen. Want wat extra aandacht kan ondanks de succesnummers uit het noorden van Europa nog steeds geen kwaad. De Angelsaksische cultuur slokt nog steeds veel van de publieke aandacht op en anders kijken we wel naar andere meer nabije landen.

Het programma van dit jaar biedt onder meer Zweedse moderne dans, een barokensemble uit het Noorse Trondheim en pop van de band Low Roar, geformeerd rond een Amerikaan die Californië voor IJsland verruilde. Nordic night(s) rekt de grenzen van het begrip noords ook gerust een beetje op: de Nederlandse basklarinettist Maarten Ornstein speelt kamerjazz met de IJslandse pianiste Sunna Gunnlaugs. De Duitse muzikant Christian Löffler, die een Duits eiland in de Oostzee met uitzicht op Denemarken als uitvalsbasis heeft, brengt onderkoelde elektronica en Nederbelg Tuur Devens vertelt over zijn in IJsland spelende roman Varda.

De Nordic night(s) bestaan uit een hele reeks van optredens op de avonden van 26 tot en met 29 oktober en vinden plaats op diverse podia in Hasselt.

nordicnights.be, ccha.be