Zappen langs MTV of het bedwingen van een berg. Voor Bruckners symfonieën haal je alles uit de kast. Dirigent Hartmut Haenchen doet de Zevende met de philharmonie zuidnederland.
Door Mark van de Voort

Een majestueuze bergketen die bedwongen moet worden. Een monumentaal landschap waarvan de einder maar niet in zicht komt. Wanneer muziekliefhebbers het symfonische oeuvre van Anton Bruckner willen tackelen, raakt de voorraad superlatieven snel op. De grandeur van zijn negen symfonieën staat recht overeind, evenals het enigma.

Raadselachtige symfonieën zijn het. Keer op keer dagen deze werken je uit om het pad te volgen, hoe ondoordringbaar en onherbergzaam het in eerste instantie ook mag lijken. De doorzetter wacht een avontuurlijke reis die zijn weerga niet kent. De Duits/Nederlandse dirigent Hartmut Haenchen (Dresden, 1943) heeft zich na een lange, gevarieerde carrière wederom vastgebeten in de Bruckner-symfonieën. Zo is hij onder meer een Bruckner-cyclus gestart met het Nationaal Orkest van België in Brussel. Voor het eerst gaat Haenchen dit najaar de uitdaging aan met philharmonie zuidnederland: op de lessenaars staat dan de door het publiek zo omarmde Zevende symfonie van Bruckner. Haenchen is geregeld te gast bij philharmonie zuidnederland. In ons land maakte Haenchen met name furore als bevlogen chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest/Nederlands Kamerorkest (1986-2002) en bij De Nederlandse Opera (1986-1999). Bruckner loopt als een rode draad door zijn muzikale leven.

“In deze periode van mijn leven wil ik nog één keer Bruckners symfonieën onder handen nemen. Kijk, dirigent zijn is een ervaringsberoep. Als jonge dirigent pak je gretig alles aan. Je leert de stukken uit je hoofd, maar je kent ze nog niet van binnenuit. Ik ben nu een dirigent die het liefst van binnenuit deze symfonieën wil benaderen.”

Aan de hand van actuele, wetenschappelijk onderlegde edities van Bruckners symfonieën heeft Haenchen een eigen visie op deze ontzagwekkende werken ontwikkeld. “Bruckner is een universum. Alsof je een nieuw zonnestelsel ontdekt en daar achter ligt dan nog een nieuw onontgonnen stelsel, en zo maar door. Muziek met zoveel lagen waar iedere keer weer iets in valt te ontdekken.”

Vaak kreeg Haenchen in het verleden te horen dat Bruckners muziek zo strikt mogelijk gevolgd moest worden. “Niets doen wat niet in de partituur zelf staat, was dan vaak het devies. De Oostenrijkse topdirigent Hans Swarowsky was bijvoorbeeld van het strikte stempel. Maar ik was nooit helemaal overtuigd.” Haenchen is grondig te werk gegaan. “Ik ben op zoek gegaan naar een grotere flexibiliteit in tempo en temporelatie bij Bruckners symfonieën. Bruckner is heel klassiek en alles is altijd in verhouding bij zijn symfonieën. De stijve stijl die we kennen van Bruckner vraagt tegenwoordig om een meer flexibelere aanpak.”

Haenchen heeft verschillende van zijn eigen recente Bruckner-opnames weer eens beluisterd. Ook de Zevende symfonie. “Als orkest speel je het stuk niet in één tempo door, maar kleur je de verschillende thema’s flexibel in met de juiste temporisering. De muziek stroomt nu meer. Critici schrijven ook dat de uitvoeringen vlotter stromen maar niet als snel aanvoelen, wat ik als een compliment beschouw.”

Begin jaren zeventig dirigeerde Haenchen al de eerste twee symfonieën van Bruckner. “Werken die nog aansluiten bij de klassieke klanktaal van Mendelssohn en Weber. Het was een enorm indrukwekkende klankwereld. Ik geef toe dat ik als jonge dirigent moeite had met de vorm van Bruckners latere symfonieën. Thema’s komen op, eindigen abrupt en beginnen weer. Je moet leren daar grip op te krijgen.”

Om jongeren duidelijk te maken hoe je het beste naar Bruckners symfonische wereld kunt luisteren maakt Haenchen vaak de treffende vergelijking met de stroom aan videoclips op MTV. “Elke paar seconden passeert er wel een nieuw beeld. Bij Bruckner zie je dat ook terug: hij bouwt een thematisch beeld op, wat weer gevolgd wordt door een ander nieuw beeld. Een stroom van beelden ontwikkelt zich. Zelf denk ik altijd aan het beklimmen van een enorme berg. Als je aan je klimtocht begint zie je nog die muur voor je. Maar allengs verandert het perspectief en ontwaar je steeds iets anders tijdens je tocht naar de top.”

Samen met philharmonie zuidnederland beklimt Haenchen dit najaar de Zevende symfonie. Haenchen begrijpt de populariteit van juist deze symfonie. “De Zevende is de eerste symfonie waarin Bruckner naar een meer romantisch klankidioom toewerkte, onder meer door het toevoegen van de Wagner-tuba’s. Hij geeft zijn thema’s ook alle ruimte om op te bloeien. Daarnaast is het net als de Vierde symfonie in een hele vriendelijke toonsoort gezet. Het aan Wagner opgedragen Adagio maakt altijd veel indruk.”

Haenchen is helemaal gelukkig dat philharmonie zuidnederland Bruckners Zevende in de originele bezetting wil doen. Het orkest heeft daarvoor onder meer zeventig strijkers in de gelederen, tien meer dan de gangbare maximale bezetting. “Ik werk prettig met dit orkest want het heeft een gezonde ambitie. Alle musici spannen zich enorm in. Het is een orkest waarmee je veel kunt bereiken. Ik kom altijd graag terug en plannen voor de toekomst liggen er al.”

Zevende symfonie, Anton Bruckner. Richard Danielpour – Elegies. Philharmonie zuidnederland olv Hartmut Haenchen. Première: 25 oktober 2019 Theater aan het Vrijthof Maastricht, daarna tournee. philharmoniezuidnederland.nl