Nu in Roermond de ECI Cultuurfabriek heeft, kom ik er steeds vaker. Zoals laatst bij het theateroptreden van Marco Roelofs, de ex-frontman van de Heideroosjes die de kraakpandpunk heeft verruild voor het theaterpluche.

Het was op een vrijdagavond, dus na het werk ging het haastje-repje naar Roermond. Vooraf een hapje eten in het ECI-theatercafé, zo was het plan, en dan om vijf voor acht, na de espresso, de theaterzaal in.

Tot zover het plan.

De realiteit was dat het theatercafé vanaf vijf uur dicht was. Besloten bijeenkomst. Godverdegodver. Ik moest denken aan een maand eerder toen, voorafgaand aan het optreden van Frans Pollux, het inpandige restaurant One ook al dicht was. Ook een besloten bijeenkomst. Internationale Rotary, stond op het bordje. Euregionale kak.

Nu worden theatercafé en restaurant gerund door particuliere ondernemers, maar is ECI Cultuurfabriek niet ontwikkeld met veertien miljoen euro aan gemeenschapsgeld? Zo’n instelling heeft dan toch op zijn minst ook een publieke functie?

De dag na het Roelofs-optreden vergeleek Youp van ‘t Hek in zijn column in NRC Handelsblad Roermond  – de pus van de net losgebarsten affaire Van Rey dreef met klodders door de stad  – met Juinen, de door Koot en Bie bedachte gemeente die model stond voor bestuurlijke egotripperij. In zijn stukje herinnerde Van ‘t Hek aan een dampende aanvaring die hij ooit had met de directeur van de Oranjerie die een kleine honderd kaartjes van zijn theatershow onderhands had doorgeschoven naar zijn golfvriendjes. Hij vond dat heel normaal. Van ‘t Hek: “Ik wil dat iedereen naar mijn voorstelling kan en dat er geen voorkeursbehandeling is. Zeker niet voor kakkers.”

De ECI Cultuurfabriek, in een prachtig oud industrieel complex aan de Roer, is nu twee maanden open en draait als een tierelier. De optredens die ik bezocht, waren uitverkocht. De beeldende-kunstexpositie die het Bonnefanten er samenstelde, kreeg in NRC Handelsblad vier sterren. Het is mooi, die toeloop, de aandacht, de positieve reacties. Te lang was Midden-Limburg een culturele woestenij. Ik kan het weten, ik kom er vandaan. En reed er jarenlang  met een grote boog omheen.

Met de komst van ‘de ECI’ hoeft dat niet meer. Maar een hapje eten in dat enorme complex is me nog niet gelukt. Die vrijdagavond nam ik mijn toevlucht in het oude stadscentrum, waar de restaurants tjokkie vol zaten. Met dank aan Jos van Rey, de gevallen godfather die Roermond als wethouder van alle portefeuilles (inclusief die van hemzelf) welvaart bracht, en allure, en zelfvertrouwen. Maar wat ‘el Rey’ het CDA altijd verweet, deed hij uiteindelijk zelf ook: het optuigen en in stand houden van een Vriendenrepubliek. Uiteindelijk val je dan in je eigen (slagers)mes.

Kortom. Toen ECI nog in de steigers stond, werden we tot in den treure vergast op de boodschap dat de Cultuurfabriek in wording er zou zijn ‘voor iedereen’. Dus niet voor ‘besloten bijeenkomsten’ van welke (onder)afdeling van welke vriendenrepubliek dan ook.