Mijn favoriete zangeres heet Laura Jane Grace. Twee jaar geleden heette ze nog Tom Gabel, toen was ze een van mijn favoriete zangers.

Ik nam deze foto een aantal weken geleden in Barcelona, tijdens het laatste concert van de Europese tournee van Graces band, Against Me!. Ik wilde de band graag ook in Spanje zien, omdat het Spaans publiek enthousiast is op een ronduit emotionele manier. In Italië is het eveneens altijd feest bij concerten, maar daar krijg je na verloop van tijd vaak de indruk dat de Italianen die artiest eigenlijk helemaal niet nodig hebben voor hun feestje – want dat wordt al snel hún feestje. Spanjaarden gaan volledig mee in de emotie van de artiest, al hoor je aan hun fonetische uitspraak van de teksten dat ze de finesse ervan niet meekrijgen. Maar dat is het punt: dat geeft niet, want ze voélen het.

Zoals Laura Jane Grace op deze foto kijkt, zo stond ze eigenlijk de hele tournee elke avond op het podium. Stralend, genietend, kennelijk verlost van alle kwellingen die uiteindelijk tot deze stap hebben geleid. Ik zag Tom Gabel in 2012 in een piepklein zaaltje in Duitsland, net over de grens. Hij speelde solo nummers van Against Me!, zijn soloplaat en enkele invloeden van zijn band (The Replacements, Woodie Guthrie). Ik zag dat hij nagellak op had, en eyeliner. ’s Avonds zei ik tegen mijn vriendin: “Grappig; zo van heel dichtbij oogt hij eigenlijk best vrouwelijk.” Exact een week later stond in de Rolling Stone een groot verhaal: “Tom Gabel of Against Me! comes out as transgender.” In dat artikel maakte hij ook meteen zijn nieuwe naam bekend: Laura Jane Grace.

Laura. Die naam kwam me bekend voor. Ik ging meteen bladeren in een tekstboekje van Against Me!, bij het nummer The Ocean. En verdomd, daar stond het inderdaad. Ontelbare keren had ik het al meegezongen: “If I could have chosen, I would have been born a woman / My mother once told me she would have named me Laura.”

We hadden het allemaal kunnen weten. Zoals hij ooit zong “Baby, I’m an anarchist” en jaren later juist “I was a teenage anarchist / The revolution was a lie”: hier is al het politieke persoonlijk, en als het persoonlijke muziek.

Alle vier de bandleden van Against Me! stralen een hele show lang die ene eigenschap uit die voor mij eigenlijk altijd het verschil maakt tussen een band die ik graag live zie en een band die ik live liever oversla: gretigheid. Uiteindelijk is dat wat voor mij telt, en alleen dat: geloof ik dat je niets liever wil dan op dat podium staan?

En dat ze er ook nog zoveel lol in hebben, maakt de band alleen nog aantrekkelijker. Als ik Against Me! zie spelen, geloof ik werkelijk dat er niets fijner is dan muziek maken. Ik interviewde ooit Gavin Rossdale, de voorman van de Britse grungeband Bush. Nog nooit had ik hem zien lachen op het podium, en ik vroeg hem waarom niet. Om die vraag moest hij dan wel weer lachen. Hij zei dat hij een hekel had aan bands die op het podium lachen. Het maakte op hem een zelfvoldane indruk: alsof je het er even bij doet, dat optreden, of je het zelf niet serieus nam. Hij deed een cliché Amerikaanse rockzanger na, die met een kauwgum in zijn mond lachend knipoogt naar zijn bandleden. Ik begreep wat hij bedoelde, en snapte nu ook zijn bezwaar.

Maar de lach op deze foto, de lach van Laura Jane Grace, is niet de volgevreten lach van de zelffelicitatie. Het is het tegenoverstelde, het is de mooiste lach denkbaar: die van de artiest voor wie muziek maken gelijk staat aan bevrijding.

Het live-album van Against Me!, 23 Live Sex Acts, verschijnt 28 augustus.