Theaterstukje

Liep je achteruit moest je de gang
ervan kennen, kunnen dromen;
het spel scherp spelen, zeiden ze,
en hé gracias – maar dan heidenser –

de woorden een tijd lang verbinden
totdat de staart goed hangen bleef.
At A. schepijs achter de coulissen
waar men de maan oprolde,

schijn verteerde niet haar koele voodoo.
Ik zag zo’n maan ooit boven Heerlen.
Ik zag zo’n maan nooit.

Ik denk, valt van een papieren rots
een hoed, eindeloos valt de rots.
De rest is bijgeloof. Theatraal.

Paul Janssen (Hoensbroek, 1960) woont en werkt in Groningen. Hij debuteerde in 2004 met de bundel Instructies voor een ober in de Windroosreeks. Zijn werk verscheen in diverse bloemlezingen, waaronder Sprong naar de sterren (Kwadraat) en 25 jaar Nederlandstalige poëzie 1980 – 2005 (BnM Uitgevers). Zijn nieuwe bundel Vierkanten verschijnt in 2010 bij uitgeverij De Contrabas.