Voor het eerst in mijn leven heb ik een eigen tuin. Het verlangen naar een paar vierkante meter buitenruimte was de voornaamste reden voor een verhuizing. Die precies op tijd was om nog net voor de winter tweehonderd bloembollen in de grond te stoppen.

Niet dat mijn tuin zo groot is. Ik wilde gewoon zeker zijn van een goede start in het eerste tuinjaar én in de ranking met de buurtuinen niet op de laagste trede instappen. In het communicatievak reken je dan zo: als drie procent van de mensen die je hebt weten te bereiken daadwerkelijk naar je evenement, expositie of eetgelegenheid komen, heb je het prima gedaan. De score lag bij de tulpen en krokussen gelukkig ver boven de drie procent, ik scoorde met de meer dan veertig bloemen die uitkwamen zelfs beter dan de buren links.

Afgelopen weekend was het moment gekomen dat ik toch echt eens gras moest maaien, anders zou ik de weg naar mijn compostbak binnenkort niet meer vinden. Ik was zo naïef om hiervoor een mechanische maaier te gebruiken die me een vriend had meegegeven. Ik had beter moeten weten, bij iemand die voor een kleinere tuin dan de mijne een elektrische grastrimmer (twee ultrasnel ronddraaiende nylondraden aan een stok) en zijn rood glimmende viertakt machine gebruikt.

Achteraf gezien was het met een schaar nog sneller gegaan. Maar liefst twee uur duwde en trok ik dat rammelende ding heen en weer, pielde er om de tien minuten plukken gras uit die tussen en om de ijzeren rol waren gaan zitten. Na de eerste anderhalve meter wist ik al dat deze machine niet deed waarvoor ze gemaakt was. Maar ja. Dan probeer je het nog een halve meter, en nog een halve meter. En je geeft toch nu nog niet op, Christiane? Dus nog een halve meter.

Uit een ooghoek zag ik linksboven het gehaakte gordijn van de buurvrouw even bewegen. Rechtsboven op het balkon vertraagde een andere buurvrouw bij het ophangen van de was… Ik zag haar in de komende twee uur nog drie keer terugkomen met kleren, ik ken geen wasmachine die zo snel draait.

Op welke plek ik in de tuin-ranking van mijn straat ook mag staan, in de categorie grasmaaien maak ik hooguit kans op de publieksprijs. Ondertussen wachten er genoeg andere kansen om mijn positie te verbeteren, met rovende merels in mijn kersenboom en luizen op de rozen. De zomer kan beginnen.

CHRISTIANE GRONENBERG
bladmanager