‘Als mensen nu tegen me zeggen: je Nederlands is erg goed, dan zeg ik: het jouwe ook.’ Ontwerpster Rachel Hansoul vertelt aan WIM PEUMANS hoe het is om je plek te vinden in een overwegend witte samenleving.

De Black Lives Matter protesten gingen de voorbije weken de hele wereld rond. Standbeelden van koloniale machtshebbers en veroveraars vielen letterlijk van hun voetstuk: van Boston over Bristol tot België. Er is sprake van dat de koloniale geschiedenis zestig jaar na de Congolese onafhankelijkheid eindelijk wordt opgenomen in de eindtermen van het Belgisch middelbaar onderwijs.

Brengen de protesten in alle segmenten van de samenleving verandering? Zeker niet. De kunstwereld en creatieve industrie blijven bijvoorbeeld een overwegend wit en vaak elitair bastion, al nemen binnen de steden jongeren met een migratieachtergrond het voortouw in kunstcreatie. Hoe is het om als persoon van kleur actief te zijn in zulke omgeving?

Op een dag zei iemand: Rachel, is dat niets voor jou, grafisch ontwerp?

‘Ik had nog nooit eerder van grafisch ontwerp gehoord. Ik heb verschillende studierichtingen geprobeerd. Marketing, communicatie. Maar ik was altijd bezig met dingen vorm te geven, met esthetiek. Op een dag zei iemand: Rachel, is dat niets voor jou, grafisch ontwerp?’

De 26-jarige grafisch ontwerpster Rachel Hansoul is afkomstig uit Sint-Truiden en werkt voor een communicatiebureau. In haar vrije tijd zet ze haar grafisch talent in voor initiatieven zoals Black History Month Belgium en het Bacongo Limburg Project. ‘Tijdens mijn opleiding was ik, samen met een jongen van Algerijnse afkomst, de enige persoon met een migratieachtergrond. Mijn vader is Belg, mijn moeder Congolese. De rest van de klas, de docenten: iedereen was wit. Voor mijn afstudeerproject wou ik het hebben over mijn achtergrond: die duale identiteit van zwart en wit en de complexiteit die dat met zich meebrengt als je opgroeit.’

Als grafisch ontwerper ging Rachel daarbij op zoek naar een visueel opvallend aspect van haar identiteit. ‘Zo kwam ik al snel uit bij mijn haardracht en hoe dat doorheen mijn leven geëvolueerd is. Rond het afrokapsel is zoveel te vertellen, ook vanuit een historisch perspectief.’

In haar eigen leven kon ze verschillende fasen onderscheiden in relatie tot haar kapsel. ‘Rond mijn zevende wou ik ineens mijn haar laten ontkrullen. Ik wou graag op de andere meisjes uit mijn klas of zelfs op mijn barbiepoppen lijken. Stuk voor stuk hadden ze lang, sluik haar: waarom had ik dat niet?’

Rachel Hansoul. foto Leen Hoogmartens

Rachel groeide op in een overwegend witte omgeving: haar opvoeding omschrijft ze als hoofdzakelijk Westers. ‘Lange tijd was ik me zelfs niet bewust van mijn zwarte afkomst. Mijn mama kookte wel Congolese gerechten voor ons. Mijn oma praatte Lingala en Tshiluba tegen ons. Bij mijn vormsel zat ze als enige gekleed in een waxprintjurk en na afloop van de ceremonie deed ze als uiting van haar vreugde zo’n luide keelroep. Toen schaamde ik me dood. Nu zou ik gewoon lekker met haar meedoen.’

Tot haar twintigste stond Rachel niet stil bij haar kapsel. Tot ze een online community uit de Verenigde Staten ontdekte: De Natural Hair Movement. ‘Zo kwam ik in contact met manieren om je haar natuurlijk te laten groeien. Want bij haarontkrulling komen veel chemische producten kijken. Op een bepaald moment besloot ik de ‘big chop’ te doen, zoals dat heet. Ik heb mijn ontkrulde haren afgeknipt en liet een afrokapsel staan. Ik vond mijn nieuwe look leuk en mijn natuurlijke haren gaven mij voor het eerst een echt zelfverzekerd gevoel.’

Veel wat ik uitlegde, snapten mijn docenten niet.

Dit proces van zelfontplooiing probeerde ze uit te drukken in haar masterthesis, waarvoor ze de Hasseltse Stadsprijs en de Wanatoe Prijs 2019 kreeg. ‘De geschiedenis van de afro is nauw verbonden met die van kolonialisme en neokolonialisme. Dat heeft me wakker gemaakt. De Canvas-serie Kinderen van de Kolonieheeft me ontzettend geraakt.’

Het project raakte haar zo diep dat Rachel tijdens een tussentijdse presentatie voor haar klasgenoten in tranen uitbarstte. ‘Ik was boos om wat er gebeurd is. Waarom weet ik niets van de koloniale geschiedenis? Waarom leerden we hier niet over op school?’ De samenwerking met haar docenten aan de kunstacademie verliep soms moeizaam. ‘Ze stonden open voor mijn ideeën, maar niemand van hen was erg vertrouwd met de koloniale geschiedenis en met thema’s als racisme en discriminatie. Dat maakte het proces moeilijk. Veel wat ik uitlegde, snapten ze niet. Zelfs tot bij mijn laatste presentatie begrepen ze nog steeds niet helemaal wat ik wilde communiceren.’

Liberating Minds. foto Leen Hoogmartens

Zelf vond ze het ook niet gemakkelijk om haar boodschap in beeld uit te drukken. ‘Toen ik opgroeide, was ik me er niet van bewust dat ik met racisme geconfronteerd werd. Voor mijn broers ligt dat anders: als mannen worden ze regelmatig uitgescholden voor “neger” of “vuile zwarte”. Ik vond het moeilijk om een standpunt in te nemen. Ik leerde eigenlijk pas laat over die hele geschiedenis, waardoor ik het gevoel had dat ik niet oprecht was.’

Humor bleek een goede manier om haar ervaringen in beeld om te zetten én om een gesprek aan te gaan. ‘Als mensen nu tegen me zeggen: je Nederlands is erg goed, dan zeg ik: het jouwe ook. In mijn afstudeerproject probeerde ik met een speelse en humoristische esthetiek te werken. Zo maakte ik een illustratie van Leopold II met een afrokapsel. Dat liet ik op t-shirts printen en daar was een enorme interesse voor. Dat vond ik opmerkelijk. En het is fijn dat zo een boodschap wordt uitgedragen door een divers publiek.’

Diezelfde Leopold II staat de laatste weken nogal in de schijnwerpers. Zelfs in de New York Times werden hele bladzijden besteed aan een van de bloedigste episodes uit de wereldgeschiedenis. Sommige Belgische politici roepen het koningshuis op om officieel excuses aan te bieden voor de Congolese genocide. ‘Over het weghalen van de standbeelden van Leopold II heb ik een dubbel gevoel’, zegt Rachel, ‘ik probeer altijd beide kanten van het verhaal te zien. De standbeelden stammen uit een andere tijd. Ze maken, net als gebouwen uit de koloniale tijd, deel uit van onze geschiedenis. Maar gewoon een bordje met duiding erbij zetten, werkt niet. Het lijkt me sterker om al deze beelden in een museum onder te brengen.’ Hoe dan ook, het signaal dat nu door de protesten gegeven wordt, kan volgens Rachel niet meer genegeerd worden.

‘Ik kan niet zeggen dat ik het gevoel heb dat ik me meer moet bewijzen als persoon van kleur. Het is gewoon een moeilijke sector, ook voor al mijn voormalige medestudenten. Tijdens mijn studies ben ik me wel veel bewuster geworden van mijn kleur. En in Limburg val ik natuurlijk nog meer op dan bijvoorbeeld in Brussel. Daar kraait geen haan naar je achtergrond.’

Met haar moeder kan ze nu ook meer praten over zulke thema’s, én ze spreken meer dan vroeger in het Lingala tegen elkaar. ‘Hoewel ik binnen de Westerse cultuur ben opgevoed, blijf ik een grote verbinding voelen met Congo. Ik verwerk mijn roots in wat ik ontwerp, in hoe ik me kleed. Mijn afkomst komt eigenlijk het meest naar buiten in mijn creativiteit. Ik kan me beter uitdrukken met beelden dan met woorden.’

 

***

Rachel Hansoul: https://www.behance.net/rachelhansoul  |  https://www.instagram.com/rachelhansoul/