Al weken voor haar aantreden (op 1 augustus) spreken Heerlenaren over haar als ‘Christie’, dus we kunnen ervan uitgaan dat haar benoeming goed is gevallen. Laat het zo blijven, dan heeft Heerlen met Christie Arends een Schunck-directeur gevonden die een waardige opvolger kan worden van Stijn Huijts. Misschien gaat ze hem wel overvleugelen, en zetelt ze over een jaar of vijf onweersproken op het Heerlense schild.

Men zal dan nóg meer schamperen op die malle Provinciale Adviescommissie voor Cultuur die in het voorjaar van 2012 Schunck nul op het subsidierekest gaf. Om een tamelijk simpel te omzeilen formele (drog)reden, én omdat de commissie niet verwachtte dat er iemand van het kaliber Huijts naar Heerlen zou willen afreizen om Schunck door te ontwikkelen. Het was niet de enige misser in dat rapport.

De eerste klus van Arends is om haast je rep je in beroep te gaan tegen dat advies, en alsnog de provinciale bijdrage te krijgen waar Schunck gezien de staan van dienst van de afgelopen jaren recht op heeft.

Intussen zingt ook de vraag rond of met de komst van Arends de Culturele Lente, Heerlens eigenhandig opgeblazen woekerhypotheek, is gered. De aflossing van al de daarin gesuggereerde beloften begint mensen aardig zenuwachtig te maken. Begin mei was in de Nieuwe Nor nog een debatje waar de gespreksleidster de gasten voortdurend vroeg wanneer het nu culturele zomer zou worden.

Jammer genoeg legde ze niet uit wat ze daaronder verstond. En dus kwam er niet eens een glimp van een antwoord. Eigenlijk weten we niet eens wat die Culturele Lente inhoudt, al heeft Esther Gottschalk inmiddels in een lijvig rapport (dat per abuis het etiket ‘manifest’ kreeg opgeplakt) beschreven wat er in Heerlen allemaal loos is.

In de voormalige mijnstad draait onder de grond een onzichtbare dynamo. Die levert, met wisselende snelheden, een soort onderstroom waarvan de energie wordt gebruikt door een lokale avant garde. Deze her en der ontluikende voorhoede kreeg een gezicht toen energieke cultuurpausen als Stijn Huijts (Schunck) en Bas Schoonderwoerd (Parkstad Limburg Theaters) enkele jaren geleden de middelen kregen om de trom te roeren en de bovenstroom te attenderen op de onderstroom.

En dan was er ook nog een gisse burgemeester die het beestje een naam gaf. De Culturele Lente zou het tegengif zijn tegen alle negatieve publiciteit die nog steeds over de stad wordt uitgegoten.

Is die onderstroom, waarvan de Culturele Lente als bovengronds uithangbord

Fungeert, uniek? Ja en nee. In elk geval in de Euregio, en volgens Esther Gottschalk ook ver daarbuiten, is zo’n stedelijke avant garde vrijwel afwezig. Maar nieuw? De meest spraakmakende expositie in Maastricht van het moment heet Couleur Radicaal en gaat over de geschiedenis van de Heerlense avant garde. De beweging van nu is dus niet uniek, vanaf de jaren zestig was er al sprake van een onderstroom.

Christie Arends is ongetwijfeld al wezen kijken bij Couleur Radicaal. Wat daar duidelijk wordt: de moderniteit werd in Heerlen al vroeg, in de jaren dertig, omarmd maar een serieuze traditie is ze nooit geworden. De vernieuwing ging met horten en stoten, was steeds afhankelijk van persoonlijkheden en werd bij een oudbakken plan als het Maankwartier (de opknapbeurt van station en omgeving) zonder enige serieuze kritiek weer net zo makkelijk ter zijde geschoven.

Het grote visionairs van de huidige Heerlense avant garde hebben zich dus nog niet gemeld, politiek en culturele elite hebben vooralsnog weinig te vrezen. Afgelopen voorjaar mei hield cultuurcriticus en publicist Ben van Melick een avondvullende lezing over de historische wortels van de Culturele Lente die ook in Couleur Radicaal geschetst worden. Het zat lekker vol in de filmzaal van Schunck, maar de politieke en culturele elite van de stad liet het afweten, de kopstukken van boven- en onderstroom waren er niet bij.

Wie geen interesse toont in de voorgeschiedenis van de Culturele Lente, beschikt te zijner tijd ook niet over het gereedschap om die vermaledijde Culturele Zomer te kunnen herkennen – en te begroeten. Als ie komt, tenminste. Als ie komt.