Ons land wordt geleid door een kabinet van niet-gelijkgestemden die ondanks beroerde polls met de nodige vasthoudendheid hun programma uitvoeren. Dat gaat gepaard met een voortdurende Seelenmassage van de oppositie, maar het vermoeden bestaat dat ze hun hervormingsprogramma naar behoren zullen afronden, en dat Rutte II de geschiedenis zal ingaan als een succesvol kabinet.

Dat programma is vooral pragmatisch van aard. Ik ken geen minister die de afgelopen jaren blijk gaf van enig ideologisch vergezicht. Op één na. Jet Bussemaker. In haar Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs, waar ze de sector extra budget voor 4000 extra leraren in het vooruitzicht stelde, geeft ze blijk van een visie die verder gaat dan het op orde houden van de boekhouding. Dat het onderwijs dat geld liever niet aan extra leraren besteedt, zegt alles over de mindset in een sector die bekend staat door ondermaatse prestaties en falende bestuurders.

Bussemaker laat zich, binnen de minimale ruimte die het regeerakkoord biedt, ook gelden in die andere sector die haar is toevertrouwd: kunst en cultuur. “We kunnen niet zonder kunst, het leven gaat niet alleen over geld verdienen en diploma’s halen. Het leven gaat uiteindelijk over schoonheid ervaren”, zei ze vlak voor de zomer. “Ik voel me verantwoordelijk dat kunst niet het slachtoffer wordt van de veel beluisterde tendens dat alles iets moet opbrengen.” Ik moest denken aan een sticker op ons kantoor met de tekst: ‘Thank God for useless things’. Maar serieus: wie herinnert zich een minister die zich zo durft uit te spreken over de kunsten?

Feit is dat de onderstroom in die kunsten zich de afgelopen jaren weinig heeft aangetrokken van de door PVV en VVD gecreëerde antistemming. Er is in elk geval genoeg om naar uit te kijken. We hebben natuurlijk IBA Parkstad, die Heerlen en omgeving op de schop neemt. In Kerkrade opent dit najaar Discovery Centre Continium de ambitieuze nieuwbouw, in Sittard wordt gewerkt aan museale nieuwbouw, en in Maastricht kondigen verbouwingen van Timmerfabriek en Eiffel een groter aanbod aan van muziek en film. Met horten en stoten weliswaar, maar zo gaan die dingen. Niets gaat vanzelf.

Intussen werkt het Bonnefanten Maastricht aan een grote, internationale keramiektentoonstelling en komt Schunck Heerlen begin 2016 met een retrospectief van de grote Duitse architect Mies van der Rohe. Zuiderlucht zal er bij zijn, zoals we komende maand een nieuwe samenwerking met de euregionale theaters zullen presenteren.

Beweging genoeg dus. Ook in dit nieuwe nummer, waarin Veerle Windels het fenomeen van de Belgische mode beschrijft, en Ad va Liempt weer eens in de bezettingsjaren duikt, om aan de hand van het boek V=vorm van Yvonne Brentjens te kijken hoe onze vormgevers overleefden in 1940-45. We lazen een ‘wetenschappelijk’ boek over de x-factor van André, en houden de roman Grond van Wil Boesten, het theaterstuk De verdrietfabriek van Lieke Benders en het schilderij Suicide Painting van Fons Haagmans tegen het licht. We gedenken Pam Emmerik en Hans van den Waarsenburg, en presenteren de nieuwe poprubriek van Leon Verdonschot.

Hoofdmoot van dit nummer zijn de persoonlijke herinneringen van dirigent Ed Spanjaard aan de schrijver Frans Kellendonk (1951-1990). Aanleiding is het boek Frans Kellendonk – de brieven, volgens sommigen dé literaire gebeurtenis van het jaar is. Marketingklets natuurlijk, en het jaar is nog lang niet om. Toch heb ik in 2015 nog geen boek gelezen dat deze kreet logenstrafte.

WIDO SMEETS

w.smeets@zuiderlucht.eu