Kan een boek de wereld veranderen? Bij de publiciteit rond Dat kan niet waar zijn van Joris Luyendijk zijn inmiddels alle trossen los. Voor wie even niet heeft opgelet: Luyendijk heeft zich voor de Britse krant The Guardian twee jaar ondergedompeld in de City in Londen, de Champions League van de internationale financiële wereld. Hij sprak daar, anoniem, zo’n 200 bankiers. De stukken die hij daarover schreef, waren onthutsend. Het boek net zo. Voor wie even niet heeft opgelet: we daveren lijnrecht op een tweede financiële crisis af.

Van Luyendijks boek zijn inmiddels 150.000 exemplaren verkocht. Als hij zo doorgaat benadert hij, zij het eenmalig, het jaarsalaris van zo’n onderbetaalde ABN Amro-bankier. Daarnaast trekt hij met zijn boek al maandenlang volle zalen. Niet dat Rutte en Dijstelbloem zich daar iets van aantrekken. Er moet meer gebeuren eer zij inzien dat er een duurzaam publiek ontstaat dat zich tegen de banken keert, en daarmee tegen hun lijdzaamheid in deze kwestie.

Luyendijks publiek heeft zich zelf gevormd. Eigenlijk was het er al, noem het de tijdgeest. Wie daar 25 jaar geleden al raad mee wisten, waren Boudewijn Poelmann en zijn kompanen. Ze begonnen een loterij en werden multimiljonair. Hun publiek: een op de drie huishoudens in Nederland, die zich al jarenlang gek laten maken door de Postcode Loterij en aanverwanten. Uit de opbrengst ging gemiddeld 28 miljoen euro per jaar naar goede doelen en cultuur. We lazen het boek van Ineke Holtwijk over de bulldozerondernemers die de Postcode Loterij groot maakten. Lees met ons mee vanaf pagina 10.

Meestal is het opbouwen van een duurzaam publiek een kwestie van de lange adem. Zoals bij de Russische pianist Grigory Sokolov, die pas na de ontbinding van de Sovjet Unie de gelegenheid kreeg de wereld zijn kunnen te tonen. Tijd om een studio in te duiken, neemt hij niet. Alles moet live, ook cd-opnamen. Vanaf pagina 12 een portret van de klavierleeuw die ons terugbrengt naar de 19e eeuw.

Het publiek is een mystiek lichaam, op weinig plekken is het zo doorslaggevend als in het theater. Om mensen naar binnen te lokken, Shakespeare wist het al, dien je bij voorkeur stukken te spelen die – alweer – de tijdgeest raken. Venlonaar Sef Thissen wijdde de opera El Rey aan Jos van Rey, toelichting overbodig, en liet Frans Pollux het libretto schrijven. In augustus op diverse plekken te zien, lees erover op pagina 15.

Ook de nieuwe wind bij Toneelgroep Maastricht waait in de richting van een duurzame band met het publiek. Het openingsfeestje van het nieuwe leidersduo Servé Hermans/Michel Sluysmans is het stuk Waar het vlakke land gaat plooien, naar een prachtige tekst van Jibbe Willems, zie het interview met hem vanaf pagina 26. Deze zomer volgt, in de openlucht, zijn bewerking van Shakespaeres Othello. Over alledaags racisme en xenofobie, ook in het nog altijd zo naar binnen gekeerde Limburg.

Ze zoeken het weer dicht bij huis, bij Toneelgroep Maastricht, en gaan de confrontatie daarbij niet uit de weg. Gelukkig (2x).