De verwachtingen waren hoog gespannen. Dit jaar voegde actrice Joke Emmers de daad bij het woord met haar hoofdrol in Waar het vlakke land gaat plooien. “Een goede acteur is per definitie schaamteloos.”

“Ik volg gewoon mijn buikgevoel. Dat heeft tot nu toe altijd goed uitgepakt”, verklapt Joke Emmers haar werkwijze. Ze noemt Servé Hermans, artistiek leider van Toneelgroep Maastricht, die heeft wel drie keer tegen haar gezegd dat ze de beste actrice van haar generatie is. “Dan weet ik niet waar ik me moet steken. Het is wel fijn zo’n warm bad.”

Ons eerste gesprek vindt half juni plaats op een terras in Maastricht. Ze is open, vriendelijk, wellevend. En ze lacht makkelijk, bijna voortdurend. “Ik ben een blij mens. Ik doe alleen maar dingen waar ik van geniet. Ik ben net klaar met een stuk gebaseerd op het boek They shoot horses, don’t they? over de Amerikaanse dansmarathons van de jaren dertig. Het was een fysieke uitputtingsslag, zelfs het publiek was na de voorstelling moe. Nu ben ik bezig met de repetitie van Othello. Ik heb nog tien dagen om mijn rol vorm te geven. We zullen zien.”
Joke Emmers (Neerpelt, 1990) volgde de dramaopleiding van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. Ze studeerde af met de solovoorstelling Damiët, gebaseerd op een van de vier Abele Spelen, die ze maar liefst vijftig keer speelde. “Ik heb Damiët ook op de Parade gespeeld. Op een avond kwam een groep van zeven vrouwen na afloop haar ‘beklag’ doen. ‘We wilden een gezellig avondje beleven, maar zijn nu helemaal kapot door je voorstelling. We gaan weer naar huis’. Fantastisch! Dat is de kracht van theater. Je bent plots aan het wenen en je weet niet waarom. Achteraf kreeg ik van die vrouwen nog een mail: of ik op de bruiloft van een van hen een gedicht wilde voorlezen dat positief was over de liefde. Zo’n voorstelling blijft kennelijk voortleven. Meer kun je je niet wensen.”

Daarna speelde Emmers in Tartuffe van Toneelgroep Amsterdam/NTGent, sindsdien heeft ze over werk niet te klagen. “Tartuffe trok veel bezoekers, dat heeft veel deuren voor me geopend. En dan te bedenken dat ik in mijn laatste academiejaar panikeerde of ik wel aan de bak zou komen. Mijn twee klasgenoten – we zijn met z’n drieën afgestudeerd – zitten werkloos thuis. Dat is bijzonder treurig. Per slot van rekening ga je naar de toneelschool om aan de slag te gaan.”

Houd je van hard werken?
“Ja. Als ik een maand stil moet zitten, word ik gek. Dat komt door mijn papa. Hij is een zelfstandige, een harde werker. Hij heeft dat arbeidsethos er bij mij ingehamerd.”

Waarom wil je eigenlijk gebarentaal leren?

“Ik heb een slechte stem omdat mijn stembandsluiting niet optimaal is. Als ik teveel praat, is er een kans dat ik haar verlies.” Lachend: “Dan heb ik iets achter de hand.”
“Het intrigeert mij hoe doofstommen communiceren via gebaren, snelle handbewegingen en liplezen. Ik vind taal interessant en gebarentaal super interessant. Handen worden woorden. Ik ben gefascineerd door het menselijk lichaam en door fysieke bewegingen. Dat wil ik ook in mijn voorstellingen steken.”

Je hebt een volle agenda. Hoe ontspan je je?
“Ik ga deze zomer naar Spanje en Schotland. Musea bezoeken, indrukken opdoen, gesprekken voeren, inspiratie zoeken. Dat is beter dan thuis op de bank naar leeghoofdige tv-programma’s kijken – hoewel ik dat soms ook doe. En boeken lezen. Ik heb net genoten van Brieven aan een jonge dichter van Rilke. Het gaat over een gast van 27 jaar die levenslessen geeft over kunst aan iemand van 17. Dat is zó schoon. Ik lees vooral werkgerelateerde boeken. Ontspannend lezen doe ik niet, want dat kost me drie maanden.”

Ze luistert graag naar popmuziek. Haar favoriete bands zijn Balthazar, Mumford & Sons en Alt-J. “Ik fietste onlangs door Utrecht met Alt-J in mijn oor en alles werd mooi. En laatst, het regende, luisterde ik naar het nummer Arrival in Nara. Ik zag een boom en dacht: Wauw, dit is geen gewone boom, dit is een fantastische boom! Ik heb ze live in Parijs gezien, vier sullen op een podium, maar hun muziek is fenomenaal.”

Emmers groeide op in een middenklassegezin in Neerpelt. Haar vader is eigenaar van een copycenter, haar moeder is docent Nederlands. Al op jonge leeftijd volgde ze ballet- en toneellessen. Ook haar beide zussen waren kunstzinnig aangelegd. “Onze artistieke wensen werden langs alle kanten gestimuleerd. Daar ben ik mijn ouders heel dankbaar voor. Ze zagen natuurlijk dat ik er gelukkig van werd.”
“De allereerste voorstelling die ik zag was dans. Met ons balletgroepje gingen we in Lommel en Overpelt kijken naar Introdans en Conny Janssen Danst. Vanaf mijn tiende zag ik die allemaal. Ik werd betoverd door theater. Ik zit zo graag in een zaal, het langzaam donker worden, het doek dat open gaat, het samen stil worden, de concentratie die voelbaar wordt – dat is magisch. Het allermeest geniet ik van de chemie tussen de spelers. Ik werd laatst achterover geblazen door De Kersentuin van tg STAN. Keimooi. Zoveel energie, plezier en goesting. En dat wordt overgestraald op het publiek.”

In 2013 maakte Joke Emmers haar tv-debuut in de AVRO-ziekenhuisserie Charlie. “Een erg nuttige ervaring. Op school krijg je niks geleerd over camerawerk, op de juiste plek staan en de goede bewegingen maken. Televisie is zo volstrekt anders.” Vervolgens stond ze op de planken met Villa Europa van De Warme Winkel, de Eminem-hommage Public Service Announcement, Dialogue van choreograaf Jan Martens en Disco Pigs van De Queeste.
En dan te bedenken dat ze eerder zakte voor het toelatingsexamen in Gent. “Toen stortte mijn leven in. Gelukkig werd ik in Antwerpen wel aangenomen, anders had ik het opgegeven. Ik wilde het geen tweede keer proberen. Het is zó’n klap als je wordt afgewezen. Echt heftig. Dan was ik nu gebarentolk.”

Op de laatste dag van oktober spreek ik Joke Emmers opnieuw. De in Antwerpen wonende actrice steekt van wal met een nieuwtje: ook in 2017 zal ze deel blijven uitmaken van de vaste kern van Toneelgroep Maastricht. Gevolg van een aanbod dat ze niet kon weigeren. “Ik ben gevraagd voor een voorstelling die Servé Hermans in petto heeft over Pinkpop, én ik mag in het kader van TGM Lab, een platform voor jonge theatermakers, een eigen stuk maken. Ik ben al aan het dubben over een onderwerp. Vervolgens ga ik op zoek naar bijpassende teksten. Het wordt collageachtig bric-à-brac-theater in de stijl van De Warme Winkel. Veel inspiratie haal ik uit het boek Van de schoonheid en de troost van Wim Kayzer, dus wie weet.”

Drie jaar geleden zei je: Ik moet leren om aan time-management te doen, zodat ik kan genieten van de gewone dingen des levens. Is dat gelukt?
“Nee, dat is niet gelukt. Ik geef mijn werk altijd voorrang. Als ik een afspraak heb met vrienden en er komt werk tussen, dan zeg ik: ‘Sorry, maar ik moet aan de slag’. Dat valt niet altijd in goede aarde. Ik worstel daar ook wel mee. Onlangs ben ik meter geworden van de baby van mijn zus en dat heeft wat opengebroken. Elke minuut vrije tijd spendeer ik aan dat kindje. Ik ben op de goede weg.”

Is je ster daadwerkelijk gerezen in 2015, zoals NRC Handelsblad voorspelde?

“Ik heb door dat stukje veel aanbiedingen gekregen: toneel, kortfilms en vooral tv. Zo heb ik voor de Callboys gedaan, een humoristische serie over drie mannen die zichzelf verkopen voor geld. En ik ben gevraagd voor Den Elfde van den Elfde, een tragikomische serie. Het gaat goed met mijn carrière, maar om nu te zeggen ‘rijzende ster 2015’? Mwah.”

Ben je in het voorbije jaar gegroeid als actrice?
“Ik zet kleine stapjes, maar ik heb wel het idee dat ik nog heel veel stappen moet zetten. Dan ben ik op mijn 65e heel erg goed.”

Heb je ergens spijt van?
“Dat ik in 2015 geen betere planning heb gemaakt. Mijn handicap is dat ik op alles ja zeg omdat ik geen nee kan zeggen. Op een gegeven moment was ik met vier dingen tegelijk bezig. Da’s een beetje veel, hé? Ik zou mijn agenda beter moeten indelen. Dat ga ik vanaf januari ook doen. Ik moet mezelf aanleren om één opdracht per keer te doen. Maar het is natuurlijk een luxeprobleem.”

Hoe schaamteloos ben je op toneel?
“Het heeft geen zin om je als actrice te schamen op het podium. Het enige wat je hebt is je lijf. Dat heb ik op school geleerd. Ik was enorm onzeker toen ik binnenkwam en dat ben ik buiten het podium nog steeds. Je moet je er volledig ingooien, je openstellen voor het publiek. Een goede acteur is per definitie schaamteloos.”

Foto: Edith Eussen