Een curator zorgt goed voor de kunstenaars, zegt Valeria Ceregini over haar vak. Tegenover ANNEKE VAN WOLFSWINKEL legt ze uit dat angst en afkeer voor abstracte kunst nergens voor nodig is. En dat vrouwelijke kunstenaars veel abstracter werken dan vroeger.

De abstracte schilderkunst begon bij kunstenaars als Kandinsky, Malevich en Mondriaan. Hun eerste baanbrekende werk stamt al van meer dan een eeuw geleden. Toch voelen velen zich nog altijd onthand tegenover een abstract doek en gaan ze op zoek naar iets herkenbaars.

De Italiaanse curator en schrijver Valeria Ceregini (35) beschouwt abstracte kunst als een taal die iedereen kan verstaan. Bij de SEA Foundation in Tilburg stelde ze een tentoonstelling samen met vijf abstracte kunstenaars. Alle vijf Nederlands, alle vijf vrouw. Een gesprek over absolute vrijheid en het belang van traagheid in de kunst.
“Kijken naar abstracte kunst biedt weinig houvast”, zegt Ceregini. “Het enige dat je ziet is vorm en kleur. Tegelijkertijd ben je als kijker volledig vrij om te zien wat je wilt zien. Die vrijheid is aantrekkelijk, maar kan ook een verloren gevoel geven. Waar het om draait is emotie. Dat is het beginpunt van de kunstenaar, en daarmee reageert ook de kijker. Die vrijheid is een situatie waaraan je je moet leren overgeven.”
Ceregini, die mastertitels semiotiek en kunstgeschiedenis op zak heeft, benadrukt dat ook oudere kunst, die we nu op koelkastmagneten en koektrommels afbeelden, ooit zó revolutionair was dat ze op onbegrip en weerstand stuitte. “Caravaggio, bijvoorbeeld, of Van Gogh. Nu kan je je niet meer voorstellen hoe vreemd mensen hun werk in die tijd vonden. Het is lastig om de kunst uit je eigen tijd goed te kunnen beoordelen, en dat geldt ook voor abstracte kunst.”
Ceregini verdiepte zich de afgelopen jaren in abstracte kunst. In haar woonplaats Turijn, maar ook in Dublin en Nederland. Ze ontdekte interessante verschillen tussen die landen. “In Italië zijn maar weinig kunstenaars die schilderen, laat staan dat ze abstract werken. In Ierland zijn dat er veel meer, en ook in Nederland wordt veel abstract geschilderd. Nederlanders gebruiken opvallend vaak olieverf in plaats van modernere soorten als acryl, wat denk ik te maken heeft met de lange schildertraditie in de Lage Landen. En de invloed van De Stijl is hier ook sterker voelbaar.”
Om beter te begrijpen hoe abstracte kunst ontstaat, hoe het werkt en hoe je ernaar kan kijken, vergelijkt Ceregini haar met taal. Ze kwam op dat spoor in Dublin, de stad van James Joyce (1882-1941), de schrijver van de ‘stream of consciousness’: een eindeloos meanderende stroom van gedachten, indrukken, associaties en emoties. “Het creatieve proces bij het ontstaan van literatuur lijkt veel op dat van abstracte schilderkunst. Ik zie abstracte schilderkunst ook als een taal, waarin kleuren de hoofdrol spelen. Kleurpalet en stijl verschillen sterk per kunstenaar, maar de taal van de abstractie is universeel en kan door iedereen gelezen worden.”

Marije Gertenbach, Yesterday everything it was still blue (2017). foto Dudokdegroot Gallery, Amsterdam

Voor de expositie Beyond the Painting bij SEA Foundation in Tilburg nodigde Ceregini vijf vrouwen uit. Is dat een statement? “Het viel me op dat deze vijf vrouwen, die ik tijdens mijn verblijf in Nederland leerde kennen, allemaal bezig zijn met het begrip ruimte. Linda Arts bijvoorbeeld creëert optische illusies, bij Bettie van Haaster zit het hem meer in de licht- en schaduwwerking die ze met haar krachtige penseelstreek teweegbrengt. Die overeenkomst was de eerste reden om voor deze vijf te kiezen. Tegelijk wil ik laten zien dat de rol van vrouwen in de abstracte kunst de laatste decennia is veranderd. De traditie wordt gedomineerd door mannen: bij abstracte kunst denken de meeste mensen aan het werk van bijvoorbeeld Mark Rothko: overweldigend en masculien. Maar de tijd dat vrouwen ‘mannelijk’ moesten schilderen om geaccepteerd te worden, is hopelijk voorbij. De universele taal van de abstractie overschrijdt de grenzen tussen man en vrouw. Ik vind het mooi dat deze vijf vrouwen hun eigen geest, én die van de kijker, bevrijden en ruimte geven.”
Ceregini was een tijdlang ‘curator in residence’ bij de SEA Foundation. Hoe vult ze het vak van curator in? “In het Italiaans betekent het woord ‘curare’ zorgen voor. Ik wil zorg besteden aan de kunstenaars met wie ik werk. De kunstwereld verandert voortdurend, en in een hoog tempo. Ik probeer, eigenlijk tegen die stroom in, langzaam te werken. Tijd te investeren in kunstenaars, gesprekken met ze te voeren in hun atelier, proberen hun proces te doorgronden en onder woorden te brengen. Ook de relaties die ik heb opgebouwd met de Nederlandse kunstenaars gaan verder, ook wanneer de expositie voorbij is. Ik hoop dat ik deze manier van werken vol kan houden in de hectiek van de kunstwereld.”
De fenomenen ‘artist in residence’ en ‘writer in residence’ kennen we wel, maar een ‘curator in residence’? Riet van Gerven van de SEA Foundation legt uit waarom ze in 2011 met een residency-programma startte dat naast kunstenaars ook curatoren onderdak biedt: “De SEA Foundation is een netwerkorganisatie die ten dienste staat van het verder ontwikkelen van de kunstenaarspraktijk. Wat hebben kunstenaars nodig? Tijd en ruimte om te werken, andere kunstenaars met wie ze van gedachten kunnen wisselen, en een betrokken publiek. Maar daarnaast hebben ze ook schrijvers en curatoren nodig: mensen die hun werk onder woorden brengen, duiden en in een groter historisch geheel kunnen plaatsen. Omgekeerd zijn curatoren, zoals Valeria Ceregini, voor de onderzoeken en tentoonstellingen die ze willen realiseren afhankelijk van de kunstenaars in hun netwerk. De contacten met kunstenaars uit Brabant en andere delen van Nederland, die zij vanuit haar residency hier in Tilburg heeft opgebouwd, zijn heel waardevol – zowel voor de kunstenaars als voor haar zelf.”

Beyond the painting. Met werk van Linda Arts, Marije Gertenbach, Bettie van Haaster, José Heerkens en Evi Vingerling. Van 12 mei t/m 10 juni bij de SEA Foundation in Tilburg.  seafoundation.eu